donderdag 22 januari 2015

Alweer wat geleerd



Bij gezondheid in de gastronomie heb ik eigenlijk nooit erg stilgestaan. De mensen komen op de eerste plaats naar een restaurant om te genieten. Misschien staan ze de hele week op dieet en komen ze als beloning bij u een dame blanche smikkelen. Bovendien lijkt een kersverse keuken met veel variatie mij per definitie al gezond. Gisteren heb ik mijn mening een beetje bijgesteld. Ik maakte namelijk een boeiend exposé mee van Rob Baan, de baas van Koppert Cress. Ondersteund door grafieken en wetenschappelijke rapporten toonde hij de noodzaak van 80/20 duidelijk aan. 80% groenten en 20% vlees of vis op het bord, het is de basis van de evolutie die Dutch Cuisine heet. Het is gezonder, goedkoper en creatiever. Na het exposé werden we getrakteerd op sandwiches die voor 100% met rauwe groenten, kruiden en cressen waren gevuld. "Ik ben verdorie geen konijn", zei ik altijd wanneer ze me iets vegetarisch wilden voorschotelen, maar gisteren was ik graag een konijn.
Op de terugweg in de auto kwamen Carine en ik tot dezelfde conclusie: de sandwiches die we proefden, waren veel en veel lekkerder dan belegd met fabrieksvleeswaren. Dus gaan we ze voortaan zelf maken. Tegelijkertijd was onze conclusie dat we van het woord "vegetarisch" af moeten. De meeste lui die dat woord gebruiken, zien eruit zoals ik er niet uit wil zien. Uit hun te magere gerimpelde lijf komt altijd een opgeheven vingertje tevoorschijn. Vegetarische sandwiches gaan we in de toekomst dus niet eten. Wél sandwiches met rauwe groenten, kruiden en cressen. Alweer wat geleerd.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten