Mijn rayon bestond uit ongeveer duizend adressen en die moesten van tijd tot tijd worden bezocht. Er zaten kleine groentenboertjes maar ook grote industrieën tussen. Het meeste werk had ik aan de Chinese restaurants, want die moesten van de baas minimaal eens per twee weken worden bezocht. Slagers werden door de vleeskeuringsdienst gecontroleerd, in slagerijen was het onze enige taak om de slager op het gebruik van preserve te pakken, op sulfiet. Dat spulletje maakt zelfs bedorven vlees mooi rood. Het werk van de keurmeester had verschillende facetten. We wogen de broden bij de bakker, namen bacteriologische monsters van consumptieijs (de softijsmachine was op de markt gekomen) en slagroom, we hielden de teksten op etiketten in de gaten en keken of fabrikanten geen onchristelijke grondstoffen in huis hadden. Het was een ouderwets kat en muis spel. Een belangrijke rol speelde de hygiënecontrole. De moderne controlemiddelen van tegenwoordig waren er nog niet, alles ging op het oog. "Hygiëne" wilde in de zeventiger jaren vooral zeggen "blinkend". De geur van een zeepsopje was al veelbelovend. Dat klinkt misschien middeleeuws in deze tijd van haccp. Maar wat was er mis mee? In de tijd dat ik bij de keuringsdienst zat, heb ik nooit één geval van serieuze voedselvergiftiging meegemaakt. De mensen raakten wel eens aan de slinger, ik ook. Maar dat hoorde destijds bij het leven.
Welke ellende is er sindsdien over ons heengekomen! Een voedselproducent, dus ook een chefkok, pâtissier of slager, moet zich tegenwoordig aan allerlei absurde regeltjes houden en is gedegradeerd tot administrateur en etiketjesplakker. Ongetwijfeld heeft dat een grotere hygiëne tot gevolg gehad. Maar... zijn we er allemaal beter op geworden? Nee, want we hebben geen weerstand meer. Bijna alle kindertjes van het land hebben een vorm van allergie en wanneer we ooit een vreemde bacterie binnenkrijgen, zijn we ziek of dood. Vroeger was je tegen die dingen bestand, je lichaam bouwde afweerstoffen bij elke besmetting, je werd er sterk van. Toen Franse kaas is de mode kwam, aten we er kilo's van. Sindsdien zijn alle kaasmakerijen mooi betegeld en hebben ze de meeste op slot gedaan. De smaak is weg en controleurs praten nog alleen maar over lysteria. Dat mag dan een enge bacterie zijn, vroeger hadden we daar geen last van. Nu wel.
De laatste veertig jaar is onze wereld veranderd, alles hangt alleen nog aan elkaar met betutteldende regeltjes omdat we kennelijk zelf allemaal dom zijn. Weet u wat de enige taak van de politiek is? Wetten maken. Door dat systeem krijg je elke dag meer wetten, niet minder. Want de politici nemen hun taak serieus. Europa kwam erbij en daarmee ontstond weer een nieuwe machine die alleen maar wetten produceert. Wanneer houdt het eens op? Wanneer pikken we het niet langer? Wanneer gaat de revolutie uitbreken? Het wordt de hoogste tijd. Dan laten we de kindertjes lekker weer op straat infecties opdoen, want daar worden ze later sterke mannen en vrouwen van. "Hygiëne" wordt dan weer "proper" en de geur van groene zeep, we gaan af en toe wel naar de wc. Bacterieën worden weer terug onze vrienden, zoals ze altijd zijn geweest. Ik verheug me nu al en zal op de barricaden op de eerste rij staan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten