zondag 5 juli 2009

PEUKENSTATISTIEK



Met statistieken kun je àlle kanten op. Het was een belangrijk deel van mijn economische opleiding en ik kan me nog herinneren hoe de prof ons oefeningen liet doen die aan de hand van dezelfde gegevens telkens het tegendeel bewezen. Of je leerde hoe je de resultaten vooraf al kon bepalen door de vraagstelling naar je hand te zetten. Vooral de combinaties van de truukjesdoos zijn interessant.
Onderzoeken worden meestal gehouden om een vooringenomen stelling te bewijzen. En dat lukt dus àltijd. Elk onderwerp ter wereld heeft zijn pro- en zijn antilobby, beide partijen maken driftig gebruik van dezelfde statistiek. Nu ook weer. De website restaurant.nl liet een onderzoek doen naar de tevredenheid over het rookverbod bij restaurateurs. Dan moet je eerst al weten: is de onderzoeker (of degene die de opdracht gaf) zelf roker of niet. Want zelden zijn er onderwerpen geweest die zo geprofileerd zwart-wit waren: rokers willen pertinent roken en niet-rokers willen een pertinent verbod.
Het onderzoek onder de restaurateurs geeft twee belangrijke zaken aan. Ten eerst blijkt tweederde van de ondervraagden tevreden te zijn met het rookverbod en eenderde niet, zo vermeldt het persbericht. Ten tweede blijkt dat 49% van de ondernemers de asbak weer op tafel zou zetten al dat mocht, tegen 44% die dat niet zou doen. Hoe moet je deze eenvoudige cijfers nu interpreteren? Dat ligt eraan wat je wilt zeggen. Op de site van Misset Horeca staat met vette kop: "Tevredenheid over rookverbod bij restauranthouders". Dat zegt minder over het onderzoek dan over de redacteur die de kop plaatste. De toon is met die kop gezet, de minister zal tevreden zijn.
Even goed had de kop kunnen zijn: "De meeste restaurateurs willen de asbak terug". Iedereen heeft dus gelijk en kan, afhankelijk van zijn persoonlijke standpunt, de publieke opinie manipuleren met een kop. Koppen zijn de enige teksten die goed gelezen worden en blijven hangen.
Wie van de restaurateurs wil de asbak terug op tafel? Uiteraard de rokende restaurateurs. Horecaffers roken nu eenmaal veel meer dan de gemiddelde Nederlander, dus dat ze aan een meerderheid komen, is niet verwonderlijk. Wie van de restaurateurs wil de asbak niet meer op tafel? Dat zijn gewoon degenen die zelf niet roken. Is dat zo? Je zou je onderzoek veel dieper kunnen houden. Bijvoorbeeld is interessant: welke zelf rokende restaurateur wil de asbak niet terug op tafel, louter omdat hij over een prima rokersruimte beschikt? En: welke niet-rokende restaurateur wil de asbak wel degelijk terug omdat het verbod hem te veel omzet kost?
Beter kunnen we gewoon geen onderzoeken meer houden. Ze kosten tijd en geld en bewijzen alleen hetgene dat je wilt bewijzen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten