Kennelijk hebben ze het nu begrepen, want de lange zegt: "Het klopt!" Wat klopt er? "Dat u een kamer hebt gereserveerd". Ja, dat wist ik zelf ook al, onbenul. Enfin, het klopt, dus krijg ik nu mijn sleutel? Nee, want er wordt een andere procedure opgestart: men gaat een babbeltje met me maken, keuvelend zoals het Engelse konigshuis met de ballenjongens van Wimbledon pleegt te doen. Dat zijn de instructies van de directie, die wil dat de gasten zich thuisvoelen. Hebt u een goede reis gehad, meneer Koreman? Komt u met de auto? Was het ver rijden? U gaat morgen uiteraard de stad bezoeken? Meneer of mevouw de nerd, ik wil gewoon een sleutel, meer vraag ik niet. Dan komt er plotseling iemand een warm handdoekje overhandigen, nog steeds aan de balie. Ook een procedure van het huis.
Na veel vijven en zessen heb ik nu een kaartje in handen waarmee ik kamer 634 kan openen. En jawel, of de duvel er mee speelt, het is àltijd de verst gelegen kamer, op de zesde verdieping helemaal achter in de hoek. Dan moet ik de laatste hindernis nog nemen. Het is namelijk zo dat het sleutelkaartje het in de helft van de gevallen niet doet. Nu dus ook niet. Terug naar beneden om me weer aan de balie te melden. Maar daar zijn ze voor een nieuwe gast aan het tokkelen. Dat gaat nog even duren, want ik zie nog geen verfrissingsdoekje opduiken. Was ik maar thuis...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten