Op de Franse boerenbuiten, putteke binnenland, maken de mensen een drankje dat ze rinquinuin noemen. De legende zegt dat één glaasje rinquinquin het leven met één dag verlengt, het is dus en toverdrankje waar je liefst elke dag één glaasje van drinkt. Die legende zou wel eens een stukje waarheid kunnen bevatten. Kijk maar naar ons eigen dorpje Saint-Pompon. Dat dorpje telt ongeveer 80 zielen, waarvan er 9 honderd jaar of ouder zijn. Meer dan tien procent! Hoe is dat verklaarbaar? Hoe is het mogelijk dat één piepklein dorpje bijna even veel honderdjarigen telt als een heel land als België? Je kunt er allerlei redenen voor bedenken, de dorpelingen wijzen onmiddellijk naar hun rinquinquin. In gebieden waar men geen rinquinquin drinkt of waar men het recept niet respecteert, zo redeneren ze, zijn maar weinig honderdjarigen te vinden.
De bereiding van de familiale rinquinquin begint in de nacht van 21 juni, de nacht van de zonnewende. Dan worden de mooiste bladeren van de notenboom geplukt. Men neme 1 liter huisgestookte alcohol 45 tot 60%, meestal vieilles prunes, en legge daar 80 mooie bladeren in. Na zes maanden kelderrust is er een prachtige nieuwe drank ontstaan, met uiteraard veel tannines. Dit is de basis van de rinquinquin. Vier mosterdglazen (de Fransen rekenen in hun recepten altijd met verres à moutarde) simpele rode landwijn worden gemengd met één mosterdglas van de alcohol en een kwart mosterdglas suiker. Voilà, de rinquinquin is klaar.
Ikzelf doe aan deze traditie driftig mee, want graag wil ik heel oud worden. Nu heb ik trouwens wel ontdekt dat alleen de alcohol met de gemacereerde bladeren veel lekkerder is. Maar ja, daar word je niet per sé oud van.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten