Kan een bladenmaker nog wel zijn werk blijven doen zonder op de tenen te lopen? Dat vraag ik me af nu de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit zich nadrukkelijk met de persvrijheid bemoeit. Een tijdje geleden kreeg een collega van een publiekstijdschift de waarschuwing dat hij bij herhaling van het strafbaar feit een boete van 30.000 euro zou krijgen. Het gaat erom dat de NVWA vindt dat journaillisten geen enkel voedingsmiddel in verband mogen brengen met ziekte of gezondheid, tenzij dit verband over een specifieke goedkeuring beschikt. Zelfs als geen merknaam genoemd wordt, maar elders in het blad een advertentie staat, is het hommeles.
Na 14 december wordt het nog straffer, want dan treedt de Europese verordening 432/2012 in werking. Over alle door producenten gedane gezondheidsclaims die door Brussel werden afgewezen, mag dan helemaal niets meer worden gezegd of geschreven. Probiotica zijn voortaan taboe, linksdraaiende yoghurtjes eveneens, behalve wanneer ze een officiële goedkeuring hebben. Hoe ver moeten we hierin gaan? Mogen we voortaan niet meer vertellen dat bloemkool gezond is en dat je van spruitjes moet boeren? En nu maar wachten tot Brussel vindt dat smaken een eigen goedkeuring moeten krijgen, het zou me niet verbazen. Je mag dan niet meer vermelden dat iets lekker was. Dat zou dan meteen de ondergang van onze uitgeverij zijn...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten