zaterdag 30 oktober 2010

Gewoon een goeie stoemp met worst

In een interview met Jason Blanckaert, dat we zullen publiceren in de komende winter-Saisonnier, zult u lezen dat deze jonge sterrechef van het Gentse restaurant C-Jean nog andere ambities heeft. Hij zegt:
"Ik zou er in de toekomst nog wel een ander concept bij willen. Iets bruter. In Parijs zie je tegenwoordig dat jonge chefs terug gaan naar de basis, bijvoorbeeld met gewoon een goeie stoemp met worst. Maar dan wel top bereid en snel geserveerd voor een scherpe prijs. Dat spreekt me enorm aan." Jason had het niet mooier kunnen verwoorden. Een goeie stoemp (stamppot) met worst. Er beweegt iets bij de jeugd en ik geniet ervan. Weg met de natte dromen over gefriemel en gepiemel, dat doe je thuis maar onder de dekens. Jason is niet de enige die naar de toekomst kijkt, er zijn er gelukkig veel meer en hun aantal is groeiend. Ik hoop van harte dat de nieuwe generatie van toptalenten de ambitie heeft om gewoon weer te gaan koken. Zoals een stoemp met worst, top bereid. Snel geserveerd, dat zal voor mij niet hoeven. Want voor een droom die uitkomt, daarvoor neem je graag de tijd. Kom op Jason, maak je gedachte snel waar!

vrijdag 29 oktober 2010

Drijvende visfabrieken

Enkele dagen geleden vroeg ik me af hoeveel enorme vissersschepen er in de zeeën rondvaren. Het antwoord blijkt op Wikipedia te staan. Hett blijken er 38.400 te zijn. Achtendertigduizendvierhonderd schepen van meer dan 100 ton! Zie
http://en.wikipedia.org/wiki/Factory_ship

Truffel.nl

Vanochtend kreeg ik een mail binnen van Truffel.nl, bedoeld om reclame voor zichzelf te maken. "Truffel.nl wil de laagdrempelige truffelshop zijn die het unieke en exclusieve van truffels in ere houdt maar de smaak van de zogenoemde zwarte diamanten makkelijker bereikbaar en toepasbaar maakt. Iedereen aan de truffel, dat is onze missie." Dat klinkt allemaal heel mooi en je zou bijna denken dat er nog mensen met een missie bestaan. Even verder zegt de mail dat je er geen chef-kok voor hoeft te zijn: "Culinaire ervaring is niet nodig." Dat laatste is volkomen nieuw voor mij, dus vlug even hun site bezocht. Daarop tref ik de meest vieze smeerlapperij aan, het tegenovergestelde van "het unieke en exclusieve van truffels in ere houden." De site is zodanig doordrenkt van kunstmatige chemische rotzooi dat ik het truffelaroma al op mijn beeldscherm kan ruiken. "Iedereen aan de rotzooi, dat is onze missie", zou een betere tekst zijn geweest. Maar ik begrijp nu ook waarom je geen culinaire ervaring nodig hebt. Met de aangeboden producten kun je zelfs schoenzolen naar truffel laten smaken. Wanneer je op die zolen de lange tocht naar Composella hebt voltooid, overheerst de truffelgeur nog steeds.

Hoe groot moet een gemeente zijn?

Nu er in Nederland een nieuwe regering aantrad, is de discussie over te grote ambtenarenapparaten weer op gang gekomen. Het moet allemaal kleiner, het moet met minder. Maar tegelijkertijd hoor ik geluiden dat gemeentes van pakweg een half miljoen inwoners de oplossing zullen zijn. Ik ben zo vrij om mijn eigen voorstel te doen. In Nederland en België is al jaren geleden een proces van gemeentelijke fusies op gang gezet. Dorpen worden aan elkaar gekoppeld tot steeds grotere gemeentes. Dat is nodig, zegt men, want zonder schaalvergroting ben je nergens. De stad Antwerpen heeft zo al minstens twintig dorpen opgeslokt, totaan Berendrecht en Zandvliet pal aan de Nederlandse grens toe. In Nederland is de situatie nog markanter, daar bestaan voortaan gemeentes die een kwart van een provincie bestrijken. De nieuwe gemeentes kregen daardoor de mogelijkheid om zich van grote gebouwen met loketten te voorzien, een groot leger van ambtenaren leidt alles in goede banen. Wil je een nieuw paspoort, dan mag je een nummertje trekken en in de onpersoonlijke rij gaan staan.
Waarom, zo vraag ik me af, moet alles altijd groter? Er bestaat een prachtig voorbeeld van hoe het ook anders kan: mijn dorpje Saint-Pompon.

De gemeente Saint-Pompon, diep in de beboste kalkheuvels van de Périgord gelegen, is qua oppervlak met zijn 27,4 vierkante kilometers behoorlijk groot. De meeste ruimte wordt in beslag genomen door eiken- en kastanjebossen, keurig gegroepeerde notenbomen en truffelplantages, terwijl er ook voor de koeien ruimte is. De gemeente telt slechts 380 zielen, verdeeld over een groot aantal gehuchten. In het dorp zelf, le bourg, wonen slechts 80 mensen. We hebben een café-tabac, een bar-restaurant, een restaurant, een superetje, een postkantoortje, een apotheek, een benzinepomp, een slager, een bakker, een bibliotheek, een wifi hotspot, een hanghuisje voor de jeugd, een lagere school, een kerk met gedeelde pastoor, ja zelfs een adresje waar je olie voor je kacheltje kunt kopen.
En we hebben ook een gemeentehuisje, waar de burgemeester (le maire) en de raadsleden (les adjoints) zetelen. Hoewel, zetelen doen ze niet veel. Alleen wanneer le maire het hoogdringend acht, zo'n twee of drie keer per jaar, komen de adjoints op appèl. De gemeentescretaris is voor 40% in dienst, hij wordt gedeeld met buurdorp Saint-Laurent. Tot vorig jaar was slechts één persoon in gemeentedienst, de cantonnier. Zeg maar de dorpsklusjesman. Toen hij vanaf vorig jaar bloemen moest gaan watergeven en het daarvoor veel te druk scheen te krijgen, kreeg hij er een collega bij. Met tweeën doen ze niet méér werk, het is alleen gezellig voor ze geworden. De twee cantoniers rijden geboederlijk met een ronkend vrachtwagentje rond, de bezem keurig rechtopstaand in de laadbak. Ze doen uiteenlopende klusjes. De belangrijkste taak is tegenwoordig zoals gezegd het geven van water aan de bloemetjes en plantjes die door het nieuwverkozen gemeentebestuur werden aangeplant. Verder ontstoppen ze het communale riolenstelsel, gooien ze af en toe een handje chloor in het gemeentelijke drinkwaterreservoir, voeren ze de drie gemeentelijke eendjes in de Mandalou, zagen ze een omgevallen boom weg of doen ze reparaties aan het ontelbare kilometers tellende gemeentelijke asfalt. Dat is alles. En wanneer ze bijzondere klussen moeten klaren, zoals het ophangen van de feestverlichting voor de quatorze juillet, helpen de dorpelingen een handje mee. Geen loketten hier, geen formulieren, geen problemen. Wanneer je iets hebt, ga je naar de burgemeester, je weet hem wonen. Of je spreekt hem 's ochtends op het dorpsplein alwaar hij zich onder de roddelenden bevindt.
Saint-Pompon is dus een metropool in zakformaat, met een wegennet dat qua lengte met een provinciestad vergelijkbaar is. Wanneer we het verzorgen van de luxe bloemetjes niet meerekenen en de twee cantoniers gerust voor één mogen tellen, beschikt de gemeente in totaal over één full time persoon. Dat is het voordeel van kleinschaligheid.
Is er dan geen gemeentepoitie, geen champetter? Nee, een grote regio met tal van gemeentes wordt bewaakt door enkele gendarmes die in Villefranche-du-Périgord gekazerneerd zijn. Je ziet ze zelden en ze zijn ook zelden nodig. De sociale controle, in de noordelijke landen verguisd en onbestaand, is op het Franse platteland de grote veiligheidsfactor. Veel mensen doen hun huis of auto niet op slot, er is altijd wel een buurman die erover waakt. Alleen wanneer een groepjes Gitanes te regio passeert, is iedereen op zijn hoede. De ouderenzorg dan? Nee, geen bejaardenhuizen hier. De mensen blijven tot hun dood in hun huisje wonen, de buurt houdt een oogje in het zeil, doet de wekelijkse boodschappen en veegt het stoepje. De rijksverpleger, bij ons toevallig de burgemeester zelf, komt tweemaal per week bij de oudjes op bezoek en geeft de eventuele spuitjes of pilletjes. Zeg niet dat dit systeem niet werkt, want het dorp telt maar liefst acht honderdjarigen die allemaal alleen wonen.

Klein is fijn, hoe keiner hoe fijner. Politici van de noordelijke landen zouden eens niet op werkbezoek moeten gaan naar Thaise massagehuizen, ze zouden beter eens in een dorp als Saint-Pompon kunnen rondkijken. Ik ben graag bereid om als gids te fungeren. Al gauw zouden alle gemeentelijke herindelingen ongedaan worden gemaakt. Of niet, want.... ze zouden daarmee veel macht verliezen en daar heb je uiteraard geen huichelcarrière voor opgebouwd.

donderdag 28 oktober 2010

Rijk worden van whisky

Niet iedereen heeft een riante pensioenvoorziening en zoals we weten, staan de toekomstige uitkeringen onder forse druk. Hoe kunnen we voor onszelf zorgen later? Dat is simpeler dan het lijkt. Voor mijn plan hebt u twee jaar nodig, en dat zijn precies de twee jaar dat de regering ons straks extra wil laten werken.
Voor mijn verdiensysteem hebt u thuis een eigen bar nodig zodat geen enkele horecaffer in de winst deelt. Het benodigde startkapitaal bedraagt 168 euro. Voor dit geld laat u uw vrouw 12 flessen whisky kopen van 14 euro per stuk, van dezelfde kwaliteit als in een goedkoop café. U begint te drinken en bij elk glas dat u neemt, stopt u 4 euro in de pot, het bedrag dat een whisky in een goedkoop café kost. Ruim gezien haalt u 28 neuten uit een fles, de 12 flessen brengen dus 12 x 28 x 4 euro = 1.344 euro in de pot. Zodra de flessen leeg zijn, na ongeveer twee weken, krijgt uw vrouw 168 euro uit de pot om een nieuwe voorraad te kopen. De overige 1.176 euro blijven in de pot. Na een jaar is het spaarbedrag uitgegroeid tot 30.576 euro. Door die onverwacht hoge inkomsten kunt u zich permitteren om voortaan parttime te gaan werken. Daardoor krijgt u meer vrije tijd waardoor u met dubbele snelheid kunt drinken. Logischerwijs brengt de pot u dan jaarlijks 61.152 euro op. Dit moet voldoende zijn voor een gemiddelde gepensioneerde, zelfs inclusief bescheiden vakanties. Dan heb ik nog niet eens de extra verdieneffecten meegerekend van de omzet die u behaalt wanneer u helemaal niet meer werkt. Gewoon doordrinken is de boodschap, wat kan het leven simpel zijn.

CD&V, de betuttelaar

De Vlaamse politieke partij CD&V pleit voor een totaal rookvrije horeca en wil een wetsvoorstel daaromtrend erdoor drukken. In de krant lees ik de kromme redeneringen die daar achter steken. Eerste argument: de federale overheidsdienst Volksgezondheid pleit voor een totaalverbod. Ja hola, natuurlijk pleit ze ervoor. Meer verboden om te controleren, betekent meer macht. En dat is het enige waar overheidsdiensten op uit zijn. Een ander argument dan. Het schijnt dat diverse café's de grenzen van de wet opzoeken en creatieve oplossingen bedenken in de combinatie eten, drinken en roken. Ja hallo. Als dat een argument is, dat moet je tegelijk alle creativiteit bij alle wetten onder de loep nemen, zoals de fiscale wetten. Bovendien blijkt dat meer dan 80% van de café's in orde is. Dat kun je ten aanzien van de fiscale regels moeilijk veronderstellen, want daar is het een beroepssport van grote ondernemingen met een leger aan advocaten en fiscalisten die de grenzen opzoeken.
Nog een argument: Maar liefst 65% van de Belgen is voorstander om het roken volledig te verbieden, zo wordt gesteld. Wie is die 65%? De niet-rokers uiteraard. Die hebben een principiële mening of hebben na een leven van drie-pakjes-per-dag een fanatieke jaloerse opstelling. "De Belgen", dat kan van alles zijn. Voor de 65% zijn er meer dan genoeg mogelijkheden om rookvrij te drinken. Ze willen het roken verbieden in café's waar ze nooit zullen komen.
Laatste argument van de CD&V: de uitbaters van eetgelegenheden steunen een algemene rookregeling (lees: rookverbod) die iedereen gelijk behandelt. Maar dat staat toch al in de wet? In eetgelegenheden mag niet worden gerookt, punt aan de lijn.
Het is opmerkelijk dat CD&V wil betuttelen waar dat helemaal niet nodig is. De wonden van de verkiezingsuitslag zijn nog niet gelikt of men wil ons weer van de kansel de les lezen. België zou eens naar de omringende landen moeten kijken. Daar wordt de aanvankelijke betutteling afgezwakt om heel goede redenen. Zoals zo vaak wil België het altijd anders doen. Alsof er geen andere politieke vuiltjes klaarliggen om te worden opgeruimd, op z'n zachtst uitgedrukt. Ach, misschien is het allemaal bedoeld als afleidingsmanouvre. Weet in elk geval op wie u strakt wel of niet moet stemmen: op CD&V. Dat ligt aan uw eigen betuttelingsdrang.

woensdag 27 oktober 2010

Vissersboot

Op http://www.nu.nl/ lees ik een paar minuten geleden het laatste nieuws: Bij de Britse kust staat een vissersboot in brand met 111 opvarenden. Je zou er overheen kunnen lezen, maar ook kan het een overpeinzing ontlokken. Niet over de Britse kust, niet over de brand, nee, de 111 opvarenden trekken mijn aandacht. Honderdenelf bemanningsleden op een vissersboot, een veel groter aantal dan mijn volledige Franse dorpje telt. Honderdenelf vissers op één boot! Wat doen die op de boot? Vissen? Nee, want dat gebeurt automatisch. De meesten van de honderdenelf zitten beneden in het ruim. De vissersboot is geen vissersboot maar een fabriek. Vierentwintig uur per dag haalt de boot zodanig veel vis boven dat meer dan het inwonertal van een compleet dorp met de verwerking bezig is. En wij maar klagen over de visstand. En wij maar op zoek zijn naar een lijngevangen zeebaarsje. En wij maar braaf allerlei groene en blauwe labeltjes accepteren die op de verpakking staan. Achter onze rug om staat honderdenelf man de zee leeg te roven. Hoeveel boten met honderdenelf man varen er in hemelsnaam rond? Veel misschien, maar dat mogen we niet weten. Voor mij staat in elk geval vast: zelfs één boot is er al één teveel.

Oplagecijfers


Diverse bladen pronken met enorme oplagecijfers. Meestal zijn ze gelogen en uit de sterke duim gezogen. Buiten het liegen zie je die bladen gratis liggen aan de kassa's van een groothandel of zullen ze zelfs nooit gelezen worden. Van dat laatste zag ik vorige week een mooi voorbeeld op een vakbeurs. Sommige uitgevers laten een pallet vol bladen bij een beursorganisatie afgeven, met de bedoeling dat de bladen gratis verspreid worden. Maar wat gebeurt in de praktijk? Tijdens een evenement heeft een organisatie wel wat anders te doen. Je ziet daarom achter de coulissen hele pallets met "vakliteratuur".
Degene die óóit één gratis exemplaar van Saisonnier of P&D tegenkwam, die mag het zeggen...

dinsdag 26 oktober 2010

VILLAGE SAISONNIER, hét samensterkconcept

In februari 2010 voerden we de pilot uit voor een nieuw concept. Het resultaat was dermate "explosief bevredigend" dat we er volop mee doorgaan.

 Wij, en velen met ons, hebben genoeg van de traditionele beursdeelnames waarbij iedereen passief als een spin in zijn web wacht tot het juiste vliegje voorbij komt. Ik ben er stellig van overtuigd dat je je in de toekomst als leverancier anders moet gaan presenteren: dynamisch, met ophef, er moet iets gebeuren, er moet röring zijn. Bovendien moet je je als leverancier van topproducten onderscheiden van de massa die op een beurs aanwezig is en je juiste doelgroep aanspreken. En ook: crossmarketing en win-win. Vandaar mijn nieuwe concept.
Dit concept bestaat uit een eigen dorp op de horecavakbeurs HorecaEvenTT in het nieuwe beursgebouw op het TT-circuit in Assen. In het dorp, dat toegankelijk is via enkele dorpspoorten, is steeds wat te beleven. Op het dorpsplein staat een grote eilandkeuken opgesteld waarin continu demo's worden gegeven door topchefs. Pâtissiers en chocolatiers geven hun demo's in een aparte pâtisseriekeuken. Het dorpsplein wordt verder ingenomen door een terras waar veel gastvrijheid wordt geboden, zelfs met live muziek op de achtergrond. Rondom het plein zijn de stands van leveranciers opgesteld. 
Le Village Saisonnier, het is werkelijk een prachtconcept. Er is geen toegangsbeleid voor bezoekers, iedereen mag het dorp binnen. De dorpspoorten zorgen er echter voor dat er een psychologische drempel is waarover alleen degenen komen die zich aangesproken voelen: onze doelgroep van het professionele culinaire segment.
Omdat er continu demo's worden gegeven door toppers uit het vak, trekt het dorp bezoekers uit het hele land en zelfs daarbuiten. Die trek wordt nog eens versterkt doordat pal naast het dorp de bekendste vakwedstrijden van Nederland plaatsvinden, waaronder de strijd om de Wynand Vogel Bokaal.

In totaal beschikt ons dorp over 16 stands, waarvan er overigens al diverse gereserveerd zijn. We willen uitsluitend standhouders toelaten die producten presenteren welke geheel conform Saisonnier's filosofie zijn: Eerlijke producten dus. Het zal overwegend over food moeten gaan. De demokeukens zijn gericht op de in de stands aanwezige producten. De organisatie van de keukens verzorgt het Saisonnier-team.

Voor standhouders hebben we een compleet "pretpakket" ontworpen: Uniforme standbouw in zwart, met berging, antraciet tapijt, verlichting, electra. Centraal plein met twee demokeukens, gastvrijheid, live muziek, afwaskeuken, personeel, spotlights, geluid, camera en beamers, enz.
Bijgaand ziet u het grondplan zoals we de Village Saisonnier in Assen 2011 willen gaan bouwen.

HorecaEvenTT 2011 vindt plaats van maandag 7 tot en met woensdag 9 februari. Dat is direct na de European Fine Food Fair, het zal een hele klus voor ons worden.
Ik ben razend benieuwd wie er allemaal met ons mee gaat doen. Chefkok, attendeer uw beste leveranciers op deze prachtige mogelijkheid!!!

Uw whiskystoker uw dokter

In vervolg op mijn verhaaltje van gisteren, waarin de medische eigenschappen van wijn bezongen werden, kan ik dankzij de Gazet van Antwerpen nog een stapje verder gaan. In de kwaliteitskrant was gisteren een interessant artikel te lezen. Daarin pleit de Amerikaanse dokter George Wolff om whisky tot voorgeschreven medicatie te verheffen. Op een bijeenkomst in Atlanta City stelde hij onlangs dat dokters vroeger whisky voorschreven. Ze moesten daarmee stoppen uit morele en ethische overwegingen. Wolff deed experimenten en kwam tot de conclusie een ferme slok whisky de pijngrens verhoogt met 45% gedurende twee uur. Bij het toevoegen van een aspirientje wordt pijn zelfs vier uur onderdrukt. Wolff propageert de terugkomst van whisky als medicijn, met name voor patiënten die voortdurend lijden. Het is goedkoper dan morfine, stelt hij. Uiteraard kun je met whisky een gewoonte kweken, maar met alcoholverslaving is makkelijker om te gaan dan met een morfineverslaving. Wat moet ik, die in de kelder een voorraad van het nieuwe medicijn heeft staan waarmee ik alle apothekers van het land kan bevoorraden, hier verder nog van zeggen? Uw whiskystoker uw dokter.

maandag 25 oktober 2010

Uw wijnboer uw dokter

Volgens de Reclame Code Commissie mag reclame voor alcohol niet verwijzen naar de goede gezondheidseffecten van het drinken van alcohol. Dat vind ik op zijn zachtst gezegd merkwaardig. Want wat als het goede gezondheidseffect bewezen is? Er werden al heel wat wetenschappelijke boeken en andere publicaties uitgegeven over "the french paradox". Van het dagelijks drinken van enkele glazen rode wijn staat het gezondheidseffect onomstotelijk vast. Maar ach, er zijn meer voorbeelden van wettelijk je bek dichthouden. Politiek correct noemt men dat. Gelukkig heeft de Code Commissie geen vat op mij, op deze blog is geen enkele reclameuiting te vinden, dus val ik onder het regime van vrijheid van meningsuiting.

Het dagelijks nuttigen van enkele glazen goede rode wijn is goed voor uw gezondheid.

Dat ontlokt me overigens weer een andere overpeinzing. Hoe lang duurt een leven? Dat kun je zoals gewoonlijk in jaren, maanden, dagen, uren, minuten en seconden uitdrukken. Maar klopt dat wel? Mijn stelling: een dag die zoals gisteren is, is een verloren dag. Wanneer je die lijn doortrekt, zijn er héél veel mensen van vijftig die nog maar één jaar geleefd hebben. Ze doen niets wat God of de minister-president verboden hebben, ze staan braaf elke ochtend om half zeven op en beginnen dan aan een routine die al jarenlang precies dezelfde is. Hun hele leven hangt van gewoontes aan elkaar. Het enige jaarlijkse verzetje is als ze hun sleurhut achter de auto hangen. Dan worden ze drie weken romantisch om daarna weer fris en vrolijk aan hun routines te beginnen. De mens als machine. Nee, dan kun je nog beter hoeren, snoeren, paffen, vreten, vreemdgaan en zuipen dat het een lieve lust is, zolang dat maar geen routine wordt. Hoe minder routine je in je lijf hebt, hoe langer je (in leefbare dagen berekend) leeft. Ik kijk naar mezelf: de dag die lijkt op gisteren en morgen, de dag dat ik niets leer, dat is de dag waarop ik suïcide neigingen zal krijgen. Ik ben nu zestig maar verkeer in de wetenschap dat ik ogeveer al honderdtwintig jaar heb geleefd. Die gedachte vervult me met grote vreugde. Hoe is het met úw leeftijd gesteld?

zondag 24 oktober 2010

Leuke dingen voor de mensen

Dit weekend sliep ik weer eens in een Nederlands hotel, verbonden aan een hoog gastronomisch gehalte. Het is altijd zeer prettig om van tafel meteen naar je bed te kunnen. Aan het bed mankeerde ditmaal niets. Maar toch maakte ik iets mee dat ik met u wil bespreken en dat zijn de leuke dingen voor de mensen die chefs bedenken.
Het ontbijt werd aan tafel geserveerd. Er kwam een plankje op tafel met een heel broodje dat ikzelf in plakken moest snijden. Daarvoor kreeg ik zo'n lullig-bistro-steakmesje-made-in-china in handen. Zo'n ding dat half zo lang is dan het brood breed is. Het is uiteraard leuk bedacht om de gasten hun eigen hele brood te geven. Maar als je dat leuk bedenkt, moet je zelf eens proberen om in zittende houding een brood te snijden met een lullig-bistro-steakmesje-made-in-china. De diverse tafeltjes zijn naar elkaar aan het loeren: doetiehetofdoetiehetniet.
Het is leuk om leuke dingen te bedenken voor de mensen. Ook voor de mensen kan het leuk zijn. Maar denk dan in ieder geval na en probeer die leuke dingen eerst eens uit. Soms zijn ze dan ineens niet meer zo leuk.

zaterdag 23 oktober 2010

Peuktest

Is het u ook al opgevallen hoe slecht wordt nagedacht over sanitair voor openbare gelegenheden? Tegenwoordig roken de mensen stiekem op het toilet en bij gebrek aan een asbak ligt de peuk op de spoelbak te smeulen. Een slecht menselijk gedrag zul je moeilijker kunnen veranderen dat een toiletconcept. Toen ik enkele jaren geleden op onderzoek uitging voor nieuw kantoorsanitair, zei de verkoper me dat de spoelbakken absoluut bestand waren tegen brandende peuken. Mag ik dat eens proberen, vroeg ik. Nee, dat mocht niet. Zo zeker was de verkoper dus niet van zijn zaak. Hebt u nieuwe toiletten nodig, doe dan in elk geval de peuktest. Als dat niet mag, koop dan iets anders.
Bijgaande foto maakte ik in de toiletten van een groot beursgebouw. De architect had beter moeten weten.

vrijdag 22 oktober 2010

De situatie van Philippe

Zo zag het er gisterenochtend op de parking van ons redactiekantoor uit: een ambulance en een medisch interventieteam. Gedacht werd dat onze redacteur Philippe een hartaanval had. Dat bleek gelukkig niet het geval, hoewel bloedpropjes in de longen ook geen pretje zijn. Inmiddels is Philippe van de intensive care overgebracht naar een gewone kamer, het wil dus zeggen dat het veel beter met hem gaat, zijn situatie is stabiel. Hij maakt zich druk over de volle week reportages in Frankrijk die wij samen voor volgende week hadden gepland. Niet druk maken, je gezondheid is veel belangrijker van honderd reportages. Ik blijf u op de hoogte houden.

De gehaktmolen, een poel van jolijt


De tegenwoordige consument wil met plezier dieren opeten, maar heeft er het liefst geen enkele emotionele binding mee. Het tonen van een dier kan zelfs tot verminderde consumptie leiden. Ik kan me nog herinneren hoe de gevels van slagerswinkels vroeger gesierd werden door een vriendelijke koe en een lachend varken, tegenwoordig kom je dat minder en minder tegen. Vis eten we het liefst in de vorm van een visstick en paarden in de vorm van een frikandel. Dan hoor je in gedachten de beestjes geen au zeggen wanneer je er je tanden in zet. Zo anoniem mogelijk, is de boodschap.
Op internet kwam ik een oude poster tegen die laat zien hoe het vroeger was. Varkens, schapen, koeien, kreeften, kabeljauwen, kalkoenen, kippen, alles rende met het grootste plezier in de richting van de gehaktmolen. Alsof die molen een echte poel van jolijt was. De tijden zijn inderdaad veranderd.

donderdag 21 oktober 2010

De Nymphaea alba, dodelijke plant

In de lage landen groeit een plant die de laatste jaren vrij algemeen is geworden in tuinen en parken: de Nymphaea alba. Deze is aan een niet te stuiten opmars bezig als verwilderde soort, zeker omdat hij goed tegen vervuiling bestand is.
Nu heb ik u al vaker gewaarschuwd voor planten en bloemen in de keuken, want sommige zijn zelfs dodelijk giftig. Ook bij de Nymphaea is een waarschuwing op zijn plaats, maar dan gericht aan jonge ouders. Of het eten van de Nymphaea dodelijk is, weet ik niet. Maar wel ken ik het gevaar voor kleine kinderen. Wanneer die slechts één minuut onder de bladeren van deze plant kruipen, leidt dat vrijwel altijd tot de dood. Pas dus op en neem uw maatregelen.

Duimen voor Philippe

Vanochtend moesten we heel erg schrikken. Onze Franse redacteur Philippe Schroeven werd op de redactie onwel, we dachten meteen aan een hartaanval. Gelukkig waren het medisch urgentieteam en de ambulance met onvoorstelbare snelheid ter plaatse. Philippe is nu naar het ziekenhuis overgebracht, Carine is bij hem. Het laatste nieuws is dat het hart ok lijkt. Wij zitten hier allemaal te bibberen als een rietje en hopen dat onze Philippe snel de oude zal zijn. Ik probeer nu Joost te bereiken die op reportage in Stockholm is.
Duimt u met ons mee?

woensdag 20 oktober 2010

Pascal Barbot

Zo, we zijn weer van de horecabeurs in Lille teruggekeerd. De beurs zef stelde niet al te veel voor, des te boeiender was het wedstrijdprogramma. Wanneer de Fransen een vakwedstrijd organiseren, zijn alle grote namen present. Gisteren, bij de finale van de wedstrijd Les Hauts de France, bestond de jury uit wel dertig grootheden die vaak een verre rei hadden gemaakt. We zouden daar iets van kunnen leren.
Groot nieuws voor ons is dat de Parijse driesterrenchef Pascal Barbot voortaan de openingscolumn in de Franse Saisonnier gaat schrijven. Uit een gehouden lezersonderzoek blijkt dat de Franse lezers méér Frankrijk willen, met Pascal doen we eerste stap in die richting. Pascal Barbot werd overigens Ami Saisonnier toen hij nog één ster had en volslagen onbekend was. Ik kan me nog het eerste bezoek aan Astrance herinneren, Philippe en ik gingen toen compleet uit ons dak. U begrijpt dat ik trots ben met Pascal als vaste columnist.

zaterdag 16 oktober 2010

Ik besefte niet dat ik in drie happen...

Het was al jàren geleden dat ik op een trein stapte, vorige week was het weer zover. Van Roosendaal naar Amsterdam. Hoewel ik eerste klas reisde, moest ik schrikken van de staat waarin de tegenwoordige treinen zich bevinden. Een smerige rotzooi. Enfin, het was alweer een paar uurtjes dat ik niet gegeten had, dus kocht ik op het station een broodje, een witte punt met plakjes scharrelei. Gewoon een broodje en een eitje plus een klein zakje mayonaise ingesloten, simpel toch? Nee, allesbehalve simpel. Op de achterzijde van de verpakking zag ik een ingrediëntenwaslijst zoals ik die nog bijna nooit had gezien. "Weet wat je eet" ging hier wel héél ver, om bang van te worden.

Ingrediënten: 56% witte punt (tarwebloem, water, gist, gejodeerd zout, dextrose, lactose, tarwezetmeel, tarwegluten, melkeiwit, gedeeltelijk geharde plantaardige oliën en vetten, sojabloem, emulgatoren E472e, E482, terwemoutbloem), 38% scharrelei, plantaardige margarine (plantaardige oliën en vetten, water, wei, zout, emulgator E471, voedingszuur (citroenzuur), conserveermiddel E220, aroma, kleurstof caroteen, vitamine A en D), Fritessaus: water, plantaardige olie, tarwezetmeel, azijn, suiker, glucose - fructosestroop, mosterd (water, mosterdzaad, azijn, specerijen), zout, gemodificeerd maïszetmeel, citroensap, verdikkingsmiddel guarpitmeel, droge melkbestanddelen, voedingszuren melkzuur en citroenzuur, conserveermiddel E202, zoetstof acesulfaam - k.aspartaam (bevat een bron van fenyalanine), antioxydant E385, kruiden, aroma, kleurstof caroteen), zout, peper. Gemaakt in een bedrijf waar ook pinda's en noten worden verwerkt.

In totaal 89 gram, drie happen dus. Nooit geweten of nooit beseft dat je in drie happen zóveel diversiteiten naar binnen kunt werken...

vrijdag 15 oktober 2010

Vanmiddag happy hour

De auto's zijn ingepakt, morgen gaan we in de Noord-Franse stad Lille onze beursstand opbouwen, de horecabeurs begint er zondag. Zie ook http://www.salon-siahm.com
Zoals meestal bent u vanmiddag tussen 15.00 en 17.00 uur zeer welkom bij onze happy hour in het cafeetje Chez Norbert op onze redactie in Schilde. Drankje, bitterballetje, geklets. Reserveren of zoiets is niet nodig, gewoon binnenlopen. Tot straks?

Moederkoren



Ooit van moederkoren (of moederkoorn) gehoord? In de middeleeuwen was het na de pest de meest dodelijke ziekte. De ziekte werd toen vaak "heilig vuur" genoemd, ik zal u uitleggen hoe het zit. Maar vooral ook zal ik u uitleggen waarom deze ziekte in onze moderne tijd weer actueel zou kunnen worden.
De Claviceps purpurea is een schimmel die op de aren van rogge en tarwe groeit. Deze schimmel wordt moederkoren genoemd omdat kwakzalvers er vroeger de weeën van bevallende vrouwen mee op gang brachten. De giftige alcaloïden die door deze schimmel geproduceerd worden, leiden tot doorbloedingsproblemen waardoor lichaamsdelen afsterven (ganggreen), blindheid en epileptische aanvallen. Eén van de aanwezige alcaloïden werkt hallucinerend en is bij ons bekend onder de naam LSD. In de zestiger en zeventiger jaren experimenteerden we hier wel eens mee, zodat we werkelijk konden vliegen als een vogel. Het is de hallucinerende werking waardoor de naam heilig vuur ontstond. Vermoedelijk was de natuurlijke LSD uit moederkoren de oorzaak van vele heksenverbrandingen. Vijf tot tien gram moederkoren is voor de mens dodelijk, zo lees ik op Wikipedia. Het risico op moederkoren werd verbannen door het zaaigraan te ontsmetten. Maar daar zit wellicht een addertje onder het gras. Sinds de opkomst van de ecologische landbouw, waarbij het zaaigoed niet mag worden ontsmet, lijkt het mij dat het besmettingsrisico niet meer ondenkbeeldig is. De ecologische landbouw zal steeds grotere vormen gaan aannemen waardoor het risico vergroot. Op het internet zie ik dat allerlei geleerden andere opvattingen hebben over het potentiële probleem. De een probeert de boel te sussen, de ander voorspelt hel en verdoemenis. Precies zoals met de discussie over het broeikaseffect. Voor mij staat in elk geval vast dat niets vast staat. We willen steeds meer eco en bio en maken er een modegril van. Maar weten we eigenlijk wel waar we mee bezig zijn?
Pieter Breughel: slachtoffers van moederkoren - Jeroen Bosch: het mannetje heeft zwarte voeten, een teken van afsterving.

donderdag 14 oktober 2010

We vliegen er weer in!

Volgens het meest recente restaurantrapport van Rabobank zal de tweede helft van dit jaar een begin van herstel laten zien. Volgend jaar zal de groei belangrijker worden. Het bedrijfsleven en de consument zijn over de schrik van de crisis heen, ze zullen voorzichtig weer meer gaan uitgeven. Rabobank zegt in haar analyse dat de verhouding prijs/kwaliteit steeds belangrijker zal worden en wijst op het belang van gastheerschap en beleving. Aan het belang van het terras wijdt de bank een apart hoofdstukje. Het terras is meer en meer uithangbord geworden en bovendien moeten we aan de rokers denken. Wat ik in mijn boek Overpeinzingen uitvoerig aangaf, wordt ook in het bankrapport onderstreept: een toename van het aantal kapitaalkrachtige ouderen met veel vrije tijd. Laat die doelgroep verdorie niet liggen!

Hoewel het rapport wat 2010 aangaat nog niet helemaal overloopt van enthousiasme, zijn vooral lichtpuntjes te bespeuren. Maar 2011 wordt het jaar van ons allemaal. We vliegen er weer in en beloven dat we het woord "crisis" nooit meer in de mond zullen nemen. Attentie: 2011 lijkt nog ver weg, dat jaar begint echter al op 1 januari aanstaande. Zullen we elkaar alvast geluk wensen?

woensdag 13 oktober 2010

Chocoladebeestjes met een handycap

Meneer pastoor drinkt nog steeds Bourgognes

Hoe zou het komen, zo vroeg iemand me eergisteren op een feestje, dat je aan de algemene wijnkeuze goed kunt zien in welk deel van het land je bent. Zelfs het geloof schijnt een rol te spelen, want in klassieke katholieke middens kom je veel meer Bourgognes tegen dan Bordeaux. De twee antwoorden zijn denk ik simpel en moeten we in het verleden zoeken. Antwoord 1: het transport. Met de tegenwoordige transportmiddelen maakt het niet meer uit waar een wijn vandaan komt, binnen de twee uur is een bestelwagen van west naar oost gereden of andersom. Maar stel je de tijd voor, eigenlijk nog niet zo lang geleden, dat alles met paard en wagen of trekschuit werd vervoerd, bovendien in een tijd dat de wijn nog werd aangevoerd in barriques van ruim 200 liter. Het was toen niet logisch om er honderden extra kilometers mee af te leggen. Bourgogne wijnen kwamen toen naar het noorden via de Maas, de kortste weg. Ze bereikten ons via Luik en Maastricht. Maar de wijnen van Bordeaux (en het daarachter gelegen Libourne) werden over zee getransporteerd en bereikten onze regio via de zeehavens. Uiteraard specialiseerden de wijnhandelaren (die tevens bottelaar waren) zich in de wijn die ter plaatse volop beschikbaar was. Het westen kreeg daardoor een aanbod aan Bordeaux, het binnenland aan Bourgognes.
Antwoord 2: het geloof en de politiek. De Honderdjarige Oorlog tussen de Engelsen en Fransen werd voor de wijnkeuze belangrijk. Bordeaux, het hele zuidwesten en een groot gedeelte van de Loire waren gedurende lange tijd Engels bezit. Logisch dat de daar geproduceerde wijnen werden verhandeld bij bevriende mogendheden. Daar kwamen later de godsdienstoorlogen nog bij. In de tijd van die oorlogen was Frankrijk opgedeeld in katholieke en protestante regio's. De protestante Hugenoten hadden overwegend de wijnbouwgebieden in het westen handen. De protestante wijnen (zoals Monbazillac) vonden gretig aftrek in het protestante Holland. Maar bijvoorbeeld het nabijgelegen Cahors was een katholieke enclave en daar maakten alleen de katholieken kennis mee. Dan hebben we tenslotte nog de Franse tijd, waarin België, Limburg en Brabant onder Franse heerschappij stonden, terwijl de Fransozen de aartsvijand van de Hollanders waren.

Een mens heeft de gewoonte om de gewoontes en smaakpatronen van zijn ouders over te nemen. Hoewel de aardbol sterk veranderd is en we kunnen kiezen tussen wijnen van overal ter wereld, is er altijd een stukje vroeger blijven hangen. Meneer pastoor drinkt nog steeds Bourgognes.

dinsdag 12 oktober 2010

Tafelbereidingen

Ze bestaan bijna niet meer, de tafelbereidingen. Vroeger was het heel normaal dat er onder de ogen van de gasten iets spectaculairs tevoorschijn werd getoverd. Legendarisch zijn de Boeuf Stroganov en de Crêpe Suzette. Heeft het publiek er behoefte aan? Dat bleek gisterenavond overduidelijk toen aan Alain Vermeulen de gastvrijheidsprijs D'Couvert 2010 werd uitgereikt. Carine liet Alain op het podium beloven dat er in De Pastory ruimte voor tafelbereidingen zal komen. Het gevolg was een uitbundige ovatie van de 250 aanwezigen. Enthousiasme alom. Een schot in de roos. De leuke dingen aan tafel, dat is waar het publiek op wacht. Alain beloofde me een seintje te geven wanneer hij er klaar voor is. Zo zal de zaalindeling ietsje moeten worden aangepast. Wie volgt?

maandag 11 oktober 2010

Twee topkoks als kemphaan

Er is momenteel heel wat te doen rond Emmanuel Mertens, tweesterrenchef in een tijd dat Nederland nauwelijks sterren telde. In een interview in Bouillon! hekelt Mertens zijn collega Paul van de Bunt. Deze laatste zou beter bij Rank Xerox gaan werken met zijn gekopieer. Ook ik ga me nu mengen in de discussie. Wat is kopiëren? Dat is iets doen wat een ander al deed. Maar is dat in wezen niet de funktie van een ambachtsman? Het is al vele eeuwen zo dat ambachtsmannen meester worden omdat ze hun meester kopiëren. Onze hele cultuur is daar op gebouwd en gelukkig maar. Door steeds onze voorouders te kopiëren -en er telkens een kleine verbetering of wijziging in aan te brengen- staat onze wereld waar hij nu staat. Er is niets mis mee, integendeel.
Er zijn in de wereld drie soorten makers, elk met hun eigen rol. Dank zij de brokkenmakers kunnen we leren hoe het niet moet. Dankzij de kunstenaars komen er nieuwe ideeën en stromingen. Dankzij de ambachtsman krijgen de ervaringen van brokkenmakers en kunstenaars hun definitieve plaats.
In de kokswereld kom je slechts weinig kunstenaars tegen, mensen met een visie die tegen de stroom ingaat. Gelukkig maar. Want stel je eens voor dat elke ambachtsman kunstenaar zou zijn... de wereld zou verzanden in een absolute chaos. Gelukkig zijn veruit de meeste koks ambachtsmannen. Daardoor is de wereld in staat om telkens gerechten te proeven die weer een stukje verder volmaakt zijn.
Wat Mertens dus in wezen doet, is zijn collage Van de Bunt complimenteren. Daarmee complimenteert Emmanuel overigens ook zichzelf. Ik had vroeger veel contact met hem en heb destijds tig keer van zijn keuken genoten. Wat voor een keuken was dat? Een keuken waarin hoofdzakelijk werd gekopieerd. Nogmaals: gelukkig maar.

Piepende kreeft

Vele mensen maken zich er zorgen over: het gebeurt wel eens dat een kreeft begint te piepen als je hem in kokend water steekt. Heeft het beestje pijn? Welnee. Het piepen heeft een heel andere oorzaak die alles met kwaliteit te maken heeft.
Op het moment dat hij wordt gevangen, zit de kreeft boordevol vlees en andere snuisterijen. Eenmaal in gevangenschap eet hij helemaal niets meer, hij gaat zichzelf opeten. Hoe langer hij gevangen is, hoe leger hij van binnen wordt. Omdat hij een vast pantser heeft, wordt het opgegeten binnenste vervangen door lucht. U weet wat er met lucht gebeurt wanneer het verwarmt wordt: het zet uit. Als de kreeft in de kookpot wordt gedaan, wil de uitzettende lucht ontsnappen via gaatjes en kiertjes. Dat is het geluid wat u hoort. Zoals een flinke wind laten of een ballonnetje leeg laten lopen.

Uw visleverancier moet er gewoon voor zorgen dat de kreeft zo snel mogelijk na de vangst naar uw keuken komt. Een hommarium is misschien wel leuk om te zien, laat er de kreeft niet langer dan één of twee nachtjes verblijven. Hij eet zichzelf steeds verder op zodat hij straks steeds meer zal gaan piepen en daarna uw klanten beginnen te piepen.

vrijdag 8 oktober 2010

D'Couvert 2010


Vandaag

Ik zit nu op mijn bureautje thuis met m'n nieuwe laptop te oefenen, gisteren gekocht. Packard Bell TX86, duur ding maar met mega processor en helemaal grafisch ingesteld. Vanuit mijn plekje heb ik zicht op de toegangspoort, er zijn vanochtend al twee camionettes geweest om poststukken op te halen en de derde belt nu aan. Het gaat verdorie goed met ons, de crisis is nu helemaal voorbij. Sterker nog, we draaien de allerhoogste omzet in ons 15-jarige bestaan en hebben daarom al besloten om de komende winter-uitgave van Saisonnier 16 pagina's dikker te maken. Dat geeft een goed gevoel.
Vanmiddag ontvangen we een politieke delegatie van de provincie Zeeland. Onze jongens hebben hun mise en place al gemaakt met Zeeuwse producten. Ben benieuwd hoe Danny's boterbabbelaarsijs zal smaken. Sorry, maar daarom vandaag geen vrijdag's happy hour.

Zondag het jubileumfeestje van 't Weeshuys Geertruidenberg van Ami Saisonnier Adri Branderhorst, maandag groot feest in De Pastory Cadier en Keer. Aan Alain Vermeulen reikt Carine dan de D'Couvert 2010 uit, onze gastvrijheidsprijs. Er zijn warempel 250 genodigden, waaronder diverse BNers. Wordt spannend.

donderdag 7 oktober 2010

Het nieuwe slachten

Het is naar mijn weten nog niet gebeurd, maar ik wil op mijn manier mijn steentje bijdragen aan het gevecht tegen de opwarming van de aarde. Die opwarming wordt, zoals we allemaal weten, deels veroorzaakt door koelinstallaties. Als je een varken of koe slacht, moeten die beesten in de koeling worden gehangen in afwachting van de verkoop. Mensen, dat kan ook anders! Ik heb het hier over amputatie. Stelt u zich eens voor dat de hammenfabrikant verse hammen wil, maar de stoofvleesfabrikant, die de nek en de borst wil, nog op zijn oude voorraden zit. Op zo'n moment nog wordt het dier tegenwoordig geslacht, krijgt de hammenfabrikant zijn spul en wordt de rest in de koeling gehangen, in afwachting van nadere bestellingen.
Maar stelt u zich het anders voor. Op het moment dat de hammenfabrikant hammen nodig heeft, wordt het achterwerk van het dier door chirgurgen geamputeerd. De hammen zijn voor consumptie geschikt terwijl het dier gewoon verder leeft. Heerlijk moet dat zijn voor het milieu. Het dier houdt zijn/haar overige ledematen op een leefbare basistemperatuur van 37°C, dus koelingen zijn totaal overbodig. Pas op het moment dat de stoofvleesfabrikant een kik geeft, treedt de volgende stap in werking. Verder amputeren dus. Nu het in allerlei ziekenhuizen slecht gaat, terwijl we weten dat sommige chirurgen zich als slachters gedragen, kan een geheel nieuwe markt ontstaan. Op de hammen van geamputeerde beesten kan een extra logo worden geplakt: goed voor het broeikaseffect. De supermarkt kan gewetensvol verkopen, het dier heeft nauwelijks pijn omdat zijn achterste in een comfortabel karretje (soort diereninvalidewagentje) plaats neemt, de koelingen hoeven veel minder te werken en de stoofvleesfabrikant krijgt zijn vlees kerser dan kersvers aangeleverd. Iedereen tevreden. Een heil voor de aarde dus. Ja, ik denk dat we moeten gaan amputeren. Waarom deden we dat niet al eerder?

woensdag 6 oktober 2010

Food Inspiration Magazine

Een van de allermooiste initiatieven van de moderne tijd vind ik het Food Inspiration Magazine, een volledig digitaal magazine waar geen papier aan te pas komt. Hans van Steenbergen, de vroegere hoofdredacteur van Misset Horeca, heeft er iets prachtigs van gemaakt. Digitaal kun je uiteraard veel meer dan op papier. Je kunt onnoemelijk veel foto's laten zien, je kunt artikelen laten begeleiden door swingende of juist ingetogen muziek, je kunt er àlles mee. F.I.M. vonden wij dermate indrukwekkend dat we besloten om er voortaan onze bijdragen aan te leveren. Zo kunt u digitaal veel meer beleven van wat wij tijdens reportages meemaken. Bovendien leveren wij de vertalingen zodat het magazine voortaan ook in de Franse taal verschijnt.

Eergisteren verscheen het nieuwste nummer van Food Inspiration Magazine. Surf even naar

http://foodinspiration24.shootmyfood.net/

want het is de moeite méér dan waard.

U kunt zich bovendien helemaal gratis abonneren op

http://profiel.magazine.foodinspiration.nl/

maandag 4 oktober 2010

Vandaag nog op Horeca Life Brussel

Dag beste mensen. Even een woordje voordat ik weer vertrek. Gisteren begonnen we aan de vakbeurs Horeca Life in Brussel. Het is een gezellige en succesvolle beurs met een mooi productenaanbod. Wij staan met onze stand op de benedenverdieping tussen de gewelven. Het beurscomplex Tour & Taxis werd honderd jaar geleden gebouwd als postsorteercentrum en daar horen uiteraard gewelven bij.
Zoals gisteren zal ik vandaag de hele dag op Horeca Life aanwezig zijn. De beurs is er morgen ook nog, maar dan neemt iemand anders mijn taak over, het wordt tijd dat ik weer eens op kantoor werk.
Zie ik u vandaag nog? Ik hoop het van harte, het wordt tijd dat we samen weer eens een glas drinken.
Surf even naar www.horecalife.be

vrijdag 1 oktober 2010

Plukkersmaaltijd 1






De plukkersmaaltijd

Afgelopen woensdag vond in Saint-Pompon de jaarlijkse wijnoogst plaats. De wijn heeft, mits koel en jong gedronken, best wel kwaliteit en spanning in zich. Dat is opmerkelijk, want in mijn dorp doet men alles wat in de wijnwereld als verboden geldt. Meer dan tien (wijnboer Christian weet het niet precies) cépages, zelfs wit en rood, staan door elkaar en worden bij elkaar gegooid. Vervolgens passeren de trossen een brute centrifigaalpomp, waarna het sap en de hele meute in een ondergrondse betonnen cuve verdwijnt. Op http://saintpompon.blogspot.com/ heb ik de foto's van de oogst gezet. Surf daar even naar, u zult dan zien wat ik bedoel.
Het hele dorp plukt mee, maar de beloning is dan ook groot. Na een uurtje of vier ontspannen plukken, waarbij uit de bosjes de nodige kwinkslagen weergalmen, is het tijd voor de maaltijd. Ik ga u een groot aantal foto's tonen, gewoon om in de sfeer te komen.

Na de gebruikelijke aperitieven kwam de tourain op tafel, de bijzondere soep van uien, knoflook en azijn (gastrique). De soep sluit af met de chabrol (het bord afspoelen met wijn). Vervolgens was het tijd voor meloen met alcohol. Dan was het de beurt aan een onvoorstelbaar lekker ding: de koude, zure pot au feu van rundvlees. Toen was het kluiven geblazen aan de eend. Deze werd geserveerd met kersverse Soissons bonen, die zelfde ochtend geoogst. Nog niet genoeg? Dan kwam de taart. En voor de liefhebbers ging Christian met een weckpot rond. Daarin pruimen op alcohol, twintig jaar gerijpt. Dit alles werd overspoeld door wijn en andere vloeibare versnaperingen. U begrijpt dat menige auto nadien zigzaggend van de berg rolde.