Dat geldt niet alleen voor kinderen, ook voor volwassenen. Gastronomie is feest en feesten zijn er om jezelf ongeremd te buiten te gaan. De hele week zijn we braaf geweest, vandaag krijgen we daarvoor de beloning. Iemand die de hele week een streng dieet volgt, mag 's zondags gerust een rekje eieren en een dame blanche naar binnen werken. Dat zorgt ervoor dat je er volgende week weer tegenaan kan. Laten we de restaurants astublief niet gaan zien als gezondheidsinstituten. Het zou alleen maar een garantie zijn dat kinderen een verkeerd beeld van feest en vrolijkheid krijgen.

Het is nu carnaval, een zeer oud feest. Het woord is afgeleid van carne vale, het opmaken van vlees. Vroeger, toen de mensen in de winter noodgedwongen honger leden, werd het kleine beetje mondvoorraad verzameld om er één groot feest van te maken. De katholieke missionarissen die ons heidense gebied bekeerden, maakten er vasten van. Als er toch al niets te eten is, wordt de honger door bewust te vasten een nobel iets. Maar dat wordt pas echt draaglijk als er een feestje tegenover staat, een liederlijk feestje. Zo zie ik ook de gastronomie. Altijd je best doen, altijd op je gezondheid letten, laat dat af en toe afwisselen door een poel van zondig verderf.
Ik besef het, bij diëtistes maak ik nu geen goede beurt. Maar ach, die zijn meestal het tegenovergestelde van de vrouwelijke rondingen die ik zo aanbid.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten