donderdag 2 februari 2012

Whisky en marketing

Over whisky (Schotland) en whiskey (Ierland) zijn al dikke boeken volgeschreven. Maar als je alle informatie uitkleedt tot de essentie, blijft er weinig van over. Ten eerste is whisky een doodsimpel product. Ten tweede zijn de single malts uiteindelijk niet meer dan een marketingstunt die nog niet zo heel lang geleden werd bedacht.
Al honderden jaren wordt er op de eilanden whisky gestookt. Je kunt het een beetje vergelijken met alle andere alcoholen. De Russen doen het van aardappelen en dan heet het vodka. Andere Oost-Europese landen doen het van pruimen en dan heet het Slivovitsj. De Fransen doen het met druiven en dan heet het Cognac, de Vlamingen doen het (oorspronkelijk) eveneens met gerst en dan heet het Jenever, de Mexicanen doen het met agave en dat heet het Tequila, de Normandiërs doen het met appelen. Zo kan ik nog wel enkele pagina's vullen, in alle culturen kom je alcoholen tegen. Bij alle processen worden de suikers toegankelijk gemaakt waarna je er op een heel eenvoudige manier alcohol van stookt.
Terug naar Schotland. Daar werd op grote schaal alcohol gestookt. Dat werd opgekocht door bedrijven die er whisky van maakten, uitsluitend blended whisky. U kent de wereldbekende namen wel. Was er dan geen single malt? Een heel klein beetje, maar dat is een ander verhaal. Als vroeger een jong knaapje bij een stokerij kwam werken, werd er een houten vaatje met whisky gevuld. Dat was het pensoenstelsel, als de knaapjes later met pensioen gingen, kregen ze hun vaatje mee naar huis. Uiteraard waren er slimme opkopers die dit soort vaatjes verzamelden. Ze hadden er een heel kleine markt voor, zo klein dat single malt in wezen niet bestond. Dat veranderde toen Seagram in de markt kwam. Deze Canadese firma's kocht diverse oude Schotse stokerijtjes op en kwam met een briljant marketingplan: een serie single malts. Onder de naam classics werd een serie van 6 flessen gepresenteerd. Meteen dook de hele drankenwereld op dat idee en begon iedereen single malts te presenteren. Niet dat ik het een slecht idee vond, integendeel. Eindelijk kon whisky uit de anonimiteit worden gehaald, eindelijk konden we kennismaken met de verschillende Schotse terroirs en hun eigen smaakidentiteiten. Een Highland (waaronder de categorie Speyside) smaakt totaal anders dan een Lowland of een Isle. De hoogstgelegen stokerij Dalwhinnie geeft een smaak die aan heidebloempjes doet denken, een Port Allen staat stijf van de jodium. Maar laat ons niet àl te grote bloemlezingen houden, de meeste smaakverschillen komen van de vaten waarin de drank werd bewaard.

In onze wereld is het zo dat specialiteiten alleen ontstaan naar aanleiding van marketingcampagnes. Van de bubbels uit de streek van Reims en Epernay, beter bekend als champagne, wordt iedereen lyrisch, iedereen is kenner. Dat komt alleen omdat de champagneboeren miljoenen in hun marketing staken. Er zijn op de wereld best wel betere bubbels te vinden dan een gemiddelde fabriekschampagne, toch haalt iedereen voor andere bubbels zijn neus op. Wat weet de gemiddelde sommelier over slivovitsj te vertellen? Geen reet, want in het oostblok werd en wordt niet aan marketing gedaan. Ik schreef het al eerder: Wat weet een chef of gastheer over het doperwtje te vertellen? Dat het ding rond en groen is. En toch heeft dat doperwtje een even grote achtergrond dan een fles wijn. Waarom willen we het ene niet kennen en het andere wel? Marketinggeld zorgt ervoor dat wijzelf niet kiezen, er wordt voor ons gekozen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten