Hoewel ik er vaak de behoefte toe voel, houd ik me over politieke onderwerpen vaak in. Mijn frustratie is echter groot. Hoeveel weken is een Libanese gek al bezig om met het grofste geweld zijn land uit te moorden. En hoeveel weken is de westerse wereld al met deftige discussies bezig alsof het om een academisch vraagstuk gaat. Gisteren, toen het legertje van de Libische gek nog maar vijftig kilometer van de allerlaatste verzetshaard stond, was ik ervan overtuigd dat er eindelijk iets zou gaan gebeuren. Ik hoorde veel Franse straaljagers richting zuiden vliegen en op internet las ik stoere taal van diverse regeringsleiders. Toen de Libische gek gisterenavond een staakt het vuren afkondigde, moest ik glimlachen en ik hoopte dat de Fransen en Engelsen dat ook zouden doen. Immers, wanneer een gek iets afkondigt, boer pas op je kippen. Vorige nacht, zo was mijn hoop en overtuiging, zouden de geallieerden korte metten met de gek maken. De militaire opdracht is vrij simpel, elke geoefende piloot kan het met twee vingers in de neus. Eventjes met een paar slimme bommen de Libische luchtafweer uitschakelen om vervolgens een handjevol vliegtuigen en tanks uit te schakelen.
Maar wat gebeurde er? Helemaal niets. Wat wèl gebeurde is dat de gek weer toesloeg. Wat doet het westen? Vandaag weer vergaderen. Wellicht zullen ze tot de conclusie komen dat ze nu toch echt wel moeten gaan ingrijpen. Maar het zal te laat zijn. Er is momenteel een vluchtelingenstroom op gang gekomen richting Egypte, de gek laat zijn vliegtuigen bombarderen, er zullen weer honderden doden vallen. Tegen de tijd dat de westerse mogendheden na drie weken soebattren in actie komen, zal het te laat zijn. De gek lacht zich kapot.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten