De vader van een onzer dorpelingen was restaurateur in Domme en verkocht onlangs zijn zaak. Er bleken in het grote middeleeuwse pand allerlei keldertjes en hoekjes te zijn die al jaren niet meer werden bezocht. Mij werd gevraagd of ik interesse had om die hoekjes te verkennen en dat liet ik me uiteraard geen twee keer zeggen!
We kwamen een partijtje wijn tegen uit vervlogen tijden. Cahors 1987 van domaine Delf en Bergerac 1989 van domaine de Coutancie. Iedereen wilde die partij meteen in de container flikkeren, dus vroeg ik beleefd of ik mijn auto mocht volladen. Dat mocht. Thuis in Saint-Pompon gekomen, kon ik mijn ongeduld nauwelijks bedwingen, toch was het goed om de flessen even tot rust te laten komen. Daarna trok ik nieuwsgierig van elk een flesje open en... ging hélemaal uit mijn dak. De Bergerac, hoewel een klein beetje gemaderiseerd, bleek nog barstensvol tannine en spanning te zitten, met een mooi evenwicht en een lange, lange afdronk. Blind zou ik deze wijn ongetwijfeld als een oude Saint-Emilion hebben beschouwd. Nee, deze wijn is nog lang niet kapot en kan nog best wel enkele jaren mee. Alleen moet je hem na het openen binnen een uur drinken, want de oxydatie begint meteen. (Ik heb nog nooit begrepen waarom een sommelier oude wijnen decanteert) Ook met de Cahors bleek niets aan de hand. Kennelijk was deze wijn nog zeer klassiek gemaakt, aan de kleur was te zien waarom de Engelsen de Cahors vroeger altijd "black wine" noemden. Bijna zwart.
En nu wil ik op mijn punt komen. Beregerac en Cahors, Kleine wijntjes die je jong moet drinken. Ik heb hier een bewijs van het tegendeel. Maar ja, ze worden door ons en ook door de Fransen als tweederangs beschouwd. er is in de loop der tijd natuurlijk een en ander veranderd, met name op het gebied van wijnmaken. Laat ze in Bergerac en Cahors terug gaan naar de klassieke tijd, naar de tijd dat wijn nog wijn was.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten