Dit weekend zijn Carine en ik naar de Côte d'Opale gegaan, nog steeds een ondergewaardeerd gebied. Het ligt tussen de Belgische grens en Boulogne-sur-Mer, voor ons op dik 2 uur rijden. Er zijn enorme stranden waar je vrijwel geen kip ziet, zelfs niet bij hoogzomerse temperaturen en blauwe luchten. Er zijn twee hoge rotsen, Cap Gris Nez en Cap Blanc Nez, vanwaar je the white cliffs of Dover kunt zien liggen. Ook het achterland is met zijn vergezichten adembenemend.
Helaas brachten we de nacht door in Fawlty Towers, dat weet je vantevoren niet altijd.
's Middags waren we bijtijds gearriveerd om lekker op het terras te gaan zitten. Carine bestelde een Campari-jus d'orange, maar die kon niet worden geschonken. Er was Campari en er was sinaasappelsap, pas na half zeven konden die samen in een glas worden gedaan.
In elke doehetzelf zaak is een afdeling deurbellen. Je mag er op verschillende knopjes drukken en hoort dan de meest afgrijselijke melodietjes, met de big ben op nummer één. Op nummer twee staat de langdurige en luide melodie pompompompompom, pompom, pompom. Welnu, die bel hadden ze in de restaurantzaal gehangen, de chef in de keuken bediende het knopje. De hele avond door konden we bijna niet met elkaar praten, want om de dertig seconden klonk een luidruchtig pompompompompom, pompom, pompom.
Hoe dan ook, de Côte d'Opale kan ik u van harte aanbevelen. Geen files en dichtbij.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten