maandag 27 september 2010

Zeepiemel


De geoduck, ook wel zwanehalsmossel of zeepiemel genoemd, is een merkwaardig wezen. Vooral omdat zijn twee schelpen kennelijk net zo'n grote functie hebben dan onze blinde darm. Hetgeen er zwaargeschapen parmantig uit de schelp steekt, is zijn sifo, zeg maar snorkel. In totaal kan die een meter lang worden, hetgeen wil zeggen dat hij dan ook een meter onder de grond leeft. Dat doet hij voornamelijk aan de zanderige westkusten van de Verenigde Staten en Canada. Wat bijna niemand weet, is dat deze zeepiemel het oudste kan worden van alle dieren, zelfs anderhalve eeuw. Zijn piemeltje was al een hele jongen toen onze grootvaders nog geboren moesten worden. De vijanden van de geoduck (goewieduk betekent in het Indianenkoeterwaals zoiets als graaft diep) moeten inderdaad diep graven om hem te pakken. Zeeotters zijn daar behendig in, evenals de mens.
De slurf is bij de vishandel in gekrompen toestand, de kou van het schilferijs bestrijdt elke erectie probaat. Maar ja, zo'n gerimpeld ding ziet er niet apetijtelijk uit.
Wat moet je er in gastronomisch opzicht mee? Ik denk dat je het beest eerder moet zien als rariteit, dit vanwege de zeer hoge prijs. De Zeeuwse mossel kost geen honderdste. Maar wanneer u een type bent die het geld minachtend als het slijk der aarde ziet, dan is deze zeevrucht echt iets voor u. Want de smaak is super.

In de keuken snijdt je hem aan beide zijden van de schelp af. Je hebt dan een homp vlees die uit twee delen bestaat: de mossel en de slurf. Blancheer de slurf vijftien seconden in kokend water en de huid laat zich verwijderen als een te lang gebruikte condoom. Snijd in dunne plakjes en oversprenkel met citroensap en wat olie. Meer heeft het ding niet nodig. Snijd ook de mossel in (iets dikkere) plakjes, paneer deze met panko/eidooier en frituur kort.

Al met al zou ik zeggen: het ding is heel duur, maar je bespaart aan werkloon. Tóch een keer proberen.

1 opmerking: