dinsdag 31 augustus 2010

Absinth


Nu zelfs de dope-scene via internet al absinth lollies in plaats van paddo's aanbiedt, wordt het tijd om het groene vloeistofje eens onder de loep te nemen. Leuke dingen zijn er immers niet speciaal voor junks, ook voor gastronomen. Even terug naar de geschiedenis.
Absinth is een sterke drank die werd uitgevonden door ene meneer Ordinaire, een Franse dokter die te paard door de Jura en de Bresse trok om zijn "medicijn" aan de man te brengen. In 1805 verkocht de brave dokter zijn recept aan Henri-Louis Pernod, inderdaad dé Pernod. Absinth was een sterk alcoholische drank waarin veel anijs en venkel zat, maar ook alsem. Deze laatste bevat de hallucinante stof thujon. De groene drank (het groen kwam van chlorophyl) werd razend populair in kunstenaarskringen en kreeg de bijnaam "groene fee". De beroemdste drinker is Vincent van Gogh, die van gekkigheid zijn oor afsneed. Ook andere kunstenaars gingen klapwiekend door het leven, de groene fee zorgde voor extra inspiratie. Ruim honderd jaar geleden werd absinth in de meeste Europese landen verboden, dit nadat er diverse ongelukken waren gebeurd. Pernod en anderen gingen zich na het verbod op een gelijksoortige drank richten, maar dan zonder alsem. Opmerkelijk is dat Spanje en Portugal nooit een absinthverbod hebben gekend. Daar bleef het goedje gewoon gestookt en gedronken worden.
Toen moderne onderzoeken uitwezen dat thujon niet zo gevaarlijk is dan het stofje lijkt, zeker niet in lage concentraties zoals in absinth, besloot Europa om de drank in 2005 weer toe te staan. Ik denk dat het niet thujon was dat schilder Vincent zot maakte. Eerder moeten we het zoeken in methyl-alcohol. Wanneer je alcohol stookt, wordt er zowel methyl- als ethyl-alcohol aangemaakt. De methyl zit in de kop en de staart van het stooksel, zeg maar wat er als eerste en als laatste uit het tapkraantje komt. Methyl-alcohol kennen wij onder de naam brandspiritus. De clochards onder de bruggen van Parijs drinken niets anders en zijn zo zot als een achterdeur. Tegenwoordig komt methyl in fabrieksdranken gelukkig niet meer voor. Maar wel bijvoorbeeld in de Vieilles Prunes die men in Saint-Pompon en andere dorpen stookt.
In elk geval is er weer echte absinth op de markt, mét thujon. Drugsdeskundigen zeggen dat die stof wel degelijk werkt, en wel als gaba-antagonist. Het geeft aan de hersenen een signaal om wakker te worden en ook geeft het een licht euforisch gevoel. Daar kunnen we in de gastronomie iets mee. Denk maar aan de lolly die de paddo-boys voor € 2,50 per stuk op internet verkopen.
Wil je het liever klassiek houden, druppel de absinth dan op een geperforeerde lepel waarop wat suiker ligt en die je boven het glas houdt. Er zijn speciale absinth lepels te koop. Het schenken van absinth is daarmee een echte ouderwetse tafelbereiding. O ja, zet er een kannetje water naast, zoals je met pastis zou doen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten