Een maandje geleden was ik op bezoek bij een waterfabrikant in Martinique. Die had een groot probleem met het zoeken naar afzet. Zijn water naar Europa exporteren zou vanwege de transportkosten te duur zijn. Dat was dus vlak vóór de aardbeving in Haïti. Nu liggen Martinique en Haïti vlak bij elkaar, het zijn bijna buureilanden. In Haïti is momenteel veel drinkwater nodig. Geen probleem, zou je denken, in Martinique hebben ze er te veel van.
Maar wat zie ik op tv? Op Taïti sjouwen de hulpverleners rond met Europese mineraalwaters. Die zijn dus per vliegtuig naar daarginds gebracht. De berg water die in Martinique staat, zal wel onaangeroerd blijven. Logisch?
Kijk, het zit zo. De westerse landen willen altijd graag aan ontwikkelingssamenwerking en rampenhulp doen, maar... ze willen er wèl graag iets aan verdienen. Hulp aan arme landen, dat is mooi en klinkt goed. Maar altijd moeten we er vooral zelf beter van worden. Een ramp aan de andere kant van de aardbol? Leve de Europese wateren.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten