woensdag 4 november 2009

DE MINIBAR

Ga ik het alwéér over hotels hebben? De frustratie zit kennelijk diep. Wanneer ik na een vermoeiende dag of lange reis op m'n hotelbed neerplof, kan ik me wel eens verheugen op een drankje. Schoenen uit, ogen dicht en een kloeke slok. Daar knapt een mens van op. Maar helaas, al te vaak is mijn kamer beslapen geweest door een booswicht. Hij heeft uit de minibar een flesje jenever of witte wijn genuttigd en het recipiënt daarna keurig met kraanwater gevuld. In plaats van af te rekenen uiteraard. We weten dat mensen intens gemeen kunnen zijn wanneer niemand hen bezig kan zien, de flesjes zijn er een bewijs van. Toch vind ik het merkwaardig dat iemand crimineel kan zijn voor een paar centen. Wanneer ik kans zag om de boel op te lichten voor tien miljoen, ik zou denk ik geen moment aarzelen. Zelfs u zou ik oplichten. Maar ik zal keurig op uw portemonnee passen als daar een tientje in zit, zonder de minste inbraakneiging. Hoe zit het dan met de minibar? Ik denk dat ik het weet. Je kunt namelijk wel eens de volkomen menselijke neiging hebben om een oplichter op te lichten. Oog om oog, tand om tand, eigen schuld dikke bult. De prijs die je voor een flesje in een gemiddelde minibar moet betalen, riekt naar oplichting. Je eigen crimineel gedrag wordt op de hotelkamer in de hand gewekt omdat alle flesjes een simpel schroefdopje hebben. De hotello vermoedt namelijk bij voorbaat dat ik de kurkentrekker zou stelen, hij kent zijn pappenheimers door in de spiegel te kijken. Flesjes met een schroefdop, ik pleit ervoor dat ze van een deugdelijke verzegeling worden voorzien. Het is niet mijn taak als hotelgast om testpiloot-zonder-valhelm te zijn.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten