donderdag 7 januari 2010

Overpeinzingen: Stuntvlees

De wanden van beursstands zijn meestal flinterdun. Zo kan het wel eens gebeuren dat je op een beurs informatie opvangt vanuit het belendende perceel die niet voor jouw oren bestemd is. Nu is het niet netjes om luistervinkje te spelen, als schrijver is het af en toe je plicht. Enfin, op de beurs, in de stand van mijn buurman, werd kangeroevlees verkocht. En niet in stukjes van tweehonderd gram, nee, de verkoopgesprekken en telefoontjes gingen over twintig ton, over dertig ton en over twaalf ton, tweeënzestig ton in één dag tijd. Nu leefde ik altijd in de veronderstelling dat kangeroe een exotisch aardigheidje was voor eetcafeetjes met studentenchefs, na het horen van die tonnen besefte ik plotseling dat wij allemaal misschien wel kangeroe eten zonder het te weten. Want waar zouden die vele tonnen anders naartoe gaan? Het zou niet logisch zijn te veronderstellen dat dit vlees naar Australië zal worden geëxporteerd. Ik heb daarom zo'n diep donkerbruin vermoeden dat het springebeest op onze eigen markt komt. Maar waar dan precies? Zit er kangeroe in de frikandel? Zit het in hoogwaardige charcuterie misschien? Of in droge worsten? Of in blinde vinken misschien, want daar gebruiken ze geen vinken voor, er moet iets anders inzitten. Ik heb eerlijk gezegd niet het minste idee, maar de vele tonnen zetten me wel aan tot nadenken. Op de betreffende beurs nam ik de proef op de som en liet per ongeluk een willekeurige gehaktbal van een willekeurige standhouder vallen. Het ding sprong als een tennisbal weg. Pardon, als een kangeroe.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten