In de winkelstraten van elk dorp hangen luidsprekers die afhankelijk van het seizoen allerlei onzin over stoomboten of rendieren uitkramen. Loop je in een supermarkt rond dan word je van groenten- tot en met de drankenafdeling achtervolgd door artiesten die betere dagen hebben gekend. Nergens ben je veilig. Wanneer je, zoals tegenwoordig gebruikelijk, in de wachtstand wordt gezet, is zelfs je eigen telefoon geen privaat eilandje meer. Het muzikale behangpapier waarmee de hele wereld tot en met de toiletten is volgeplakt, er is niet aan te ontkomen. Vluchten kan niet meer. Gelukkig mag ik af en toe op restaurant, daar is het veilig. O ja?
Laat ons de restaurantmuziekjes eens onder de loep nemen. De restaurateur heeft over zijn muziekkeuze jarenlang na kunnen denken, zoals over de rest van de zaalinrichting. Hij is er dus zeer zorgvuldig mee, zou je denken. Niets ter wereld is geschikter en eenvoudiger dan om muziek à la minute naadloos aan te passen aan de situatie. Sterker nog, je kan er de stemming voor een groot deel mee bepalen, je kan er richting mee geven. Het enige wat je nodig hebt, is een handvol cd-tjes. Dat is allemaal leuke theorie. Maar wat doet de restaurateur in de praktijk? Daar hoef ik geen tekeningetjes bij te maken: hij zet de vier jaargetijden van Vivaldi op. De vier jaargetijden van Vivaldi, jawel. Heeft die brave man verdorie nooit iets anders gecomponeerd dan de vier jaargetijden? En zijn er verdorie geen andere brave componisten te vinden? Heel vroeger, toen ik nog niet op restaurant ging, toen vond ik de vier jaargetijden mooi. Vooral de zomerse onweersbui vond ik knap gereconstrueerd. Maar zoveel jaar later zakt m'n broek af als ik alleen maar aan Vivaldi denk, ik smeek tegenwoordig dat men die kelk aan mij voorbij te laten gaan. De vier jaargetijden, nadat je die tienduizend keer hebt moeten aanhoren, krijg ik er een klein ding van.
De vier jaargetijden. Hoewel frustrerend, is dat in restaurants nog niet het allergrootste probleem. Er is er één die nóg erger is: de restaurateur en zijn mensen horen hun eigen muzikaal behang niet. Zoals iemand die naast een spoorwegovergang woont geen treinen hoort, behalve tijdens een spoorstaking. Daardoor krijg je op een avond vaak twee tot vier keer dezelfde cd te horen, het ding is gemakshalve in de herhaalstand gezet. Ik krijg er altijd het gevoel bij dat men zijn publiek daarmee minacht.
Nog zoiets. Omdat het zaalpersoneel de eigen muziek niet hoort, volgen er nooit maatregelen als de cd hapert. Dan hoor je de hele tijd door I love you soo m, I love you soo m, I love you soo m. Na een kwartiertje hoopvol te hebben afgewacht, moet je er dan een garçon bijroepen. Die begrijpt aanvankelijk in de verste verte niet waar je het over hebt, dus laat je die brave knaap de oren spitsen. En ja hoor, hij vliegt naar de office om de muziekinstallatie een dreun te geven. Even later hoor je dan: I love you soo much, waarna de zanger de ingeslagen weg voortzet.
Nu wil ik niet orakelen dat ikzelf helemaal perfect ben. Een feit is echter dat ik de cd niet in de herhaalstand zet op momenten dat ik bezoek ontvang. Met bezoek ga je namelijk zorgvuldig om.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten