Ik ben nu bezig aan mijn laatste dagen als hoofdredacteur. Dat maakt me een beetje weemoedig uiteraard. Maar anderzijds ben ik heel gelukkig om de toekomst die onze magazines voor de boeg hebben, er breekt een nieuwe tijd aan.
Het is inmiddels alweer een jaar of acht geleden dat ik Joost leerde kennen. Dat superenthouiaste jonge ventje schreef zich in voor onze journalistenwedstrijd en viel de eerste dagen van de wedstrijd eigenlijk helemaal niet zo erg op. En toch, op alle wedstrijdonderdelen had hij de hoogste score. In een gesprek kwam zijn motivatie tot uiting: ooit wilde hij culinair journalist worden om na voldoende ervaring uiteindelijk bij Saisonnier geaccepteerd te worden. Hij had voorzichzelf een nauwkeurig plan gemaakt. In sterrenkeukens werken, meer kookervaring opdoen, 's avonds naar de journalistenschool, buitenlandse keukens ontdekken, Saisonnier was zijn einddoel waarvoor hij voor zichzelf vijftien jaar had uitgetrokken. Zijn verbazing was dan ook groot dat hem als winnaar van de wedstrijd een baan bij ons werd aangeboden als aspirant-redacteur. Dat liet nog even op zich wachten, want hij had zojuist een jaarcontract getekend in San Fransisco.
Nu heb ik de eigenschap om aspiranten een beetje te laten zwemmen. Ik vraag ze nauwelijks iets, ze krijgen geen targets opgelegd. Ik wil zien hoe ze zich ontwikkelen en welke initiatieven ze zelf nemen. Dat is immers de beste garantie dat ze daadwerkelijk iets gaan toevoegen aan het team. Degenen die niet tegen die vrijheid kunnen, vallen automatisch af. Ik zag Joost bij ons ronddwalen met zijn ziel onder de arm. Tot hij bij me kwam met de boodschap dat hij wilde wérken. Oké, wil jij wérken? Asjeblief, hier is de KoksKoerier. Op de twintigste van de volgende maand moet die helemaal klaar zijn. Vermoedelijk zal Joost zich een bult geschokken zijn, maar hij ging ervoor. Diverse nachten ging hij niet eens naar huis. De twintigste van de volgende maand lag er een KoksKoerier op de plank waar ik me heel bewust geen minuut mee had bemoeid. Een KoksKoerier die klonk als een klok. Toen werd het voor mij tijd om te gaan praten. Heb jij de ambitie om hoofdredacteur te worden? Dan word je dat per 1 januari 2010. Dat was ruim vijf jaar later en voor een jongeman is vijf jaar een zee van tijd. Maar de vijf jaar vlógen om, ook voor mij.
Over enkele weken zal het 1 januari 2010 zijn, mijn voornemens voor het nieuwe jaar heb ik ditmaal allang gemaakt. Ik zal niet zijn zoals al die ouwe knarren die zich steeds blijven bemoeien, ik zal afstand nemen om volop ruimte te geven aan een nieuwe generatie. Er zijn voor mij nog duizend taken weggelegd die niets met de redactie te maken hebben. We zijn immers zodanig gegroeid, dat ik dringend ondernemer en uitgever moet gaan worden. Daar heb ik nooit tijd voor gehad, een hoofdredacteur is te beschouwen als een hoofd productie. Joost mag zijn ding gaan doen, zijn eigen keuzes maken. Alleen wanneer zijn beslissingen bedreigend voor het voortbestaan zouden zijn, zal ik ingrijpen. Vermoedelijk zal dat nooit gebeuren.
Er is alle reden om optimistisch te zijn over de toekomst. Maar toch, maar toch, het doet nu al een beetje pijn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten