Deze week heb ik de jaarlijkse controle bij de dokter gehad. Het is onvoorstelbaar hoeveel informatie ze uit een paar druppels bloed en een beetje urine kunnen halen. Zoals elk jaar was alles weer tiptop in orde. Cholesterol als een baby, lever en nieren in topconditie, enzovoort.
Een jaar of vijf geleden heb ik met mijn toenmalige huisarts nog een hele discussie gehad. Die wilde opnieuw een bloedmonster nemen omdat gedacht werd dat het laboratorium een fout had gemaakt. Want hoe was het mogelijk om mijn levensstijl met de testresultaten te combineren?
Ik denk het te weten, het is juist mijn levensstijl. De meeste mensen hebben een zéér eenzijdig eetpatroon, waarin weinig verse grondstoffen te bespeuren vallen. Vergeet niet dat de gemiddelde huisvrouw slechts zeven verschillende gerechten kan maken. Of ze eten vrijwel dagelijks hamburgers of het spul uit de friettent. Ik eet afwisselend en altijd supervers. Bovendien eet ik, als de situatie het toestaat, slechts één keer per dag. De medische wereld roept dat dit slecht voor me is, de parameters bewijzen het tegendeel. Ook kan de dokter niet vaststellen dat mijn dagelijkse hobby, het drinken van whisky, slecht is voor me.
Een jaarlijkse vastenmaand met alleen maar water? Dat kan zo gezegd ook niet gezond zijn. Ik heb daar een andere mening over. Wij stammen af van voorouders die alleen iets te eten kregen als een konijn zich niet tijdig wist te verstoppen, de mens is erop gemaakt om overvloed en honger af te wisselen. De tegenwoordige consument is een "grazer" die de hele dag door graast. Juist daar zijn we genetisch niet in voorzien.
Enfin, elk jaar opnieuw is het afwachten van de testsultaten een zenuwachtig moment. Ik voel me dan héél klein en onderdanig en dat hoort niet bij m'n karakter. Nu de uitslagen weer binnen zijn, recht ik de schouders: ik kan de hele wereld weer de baas.
Ik ben het levende bewijs voor de stelling dat gastronomie supergezond is. Uw chef, uw dokter. Bedankt chefs!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten