Van sommige lekkernijen die ooit als het summum werden beschouwd, weten we tegenwoordig niet meer hoe die smaakten. Met creativiteit zijn sommige nog wel te vinden, zoals houtsnip. Je gaat daarvoor naar landen waar ze niet illegaal zijn. Wat dat betreft heeft de houtsnip ofwel bécasse wel een heel vreemd verhaal te bieden, luister maar mee. België is een federaal land waar vier regio's hun eigen politieke bevoegdheden hebben: Vlaanderen, Wallonië, Brussel en de (Duitstalige) Oostkantons. Zo hebben ze een eigen ministerie van landbouw, die zelfstandig over de jacht en vogelstand beslist. Nu wil het toeval dat er op het grondgebied van Brussel nog steeds één boerderij te vinden is. En dat is de reden waarom de regio Brussel een eigen ministerie van landbouw heeft, geloof het of niet. De houtsnip is een vogeltje dat op vrijwel het gehele Europese vasteland beschermd is, behalve... in Brussel. In de Europese hoofdstad vliegen denk ik geen houtsnipjes rond, feit is dat ze daar volkomen legaal zijn. En dus, wanneer je houtsnip wilt degusteren, dan ga je naar Brussel. Het aangewezen adres trouwens is La Villa Lorraine. Daar serveert men de zeer klassieke Bécasse à la Riche. Het is een tafelbereiding waarbij de ingewanden van het vogeltje de basis van een mooi sausje vormen. Het kopje met het zeer lange snaveltje wordt met cognac geflambeerd.
Er is tegenwoordig nog een andere mogelijkheid om houtsnippen op de kop te tikken, dit dankzij het feit dat Engeland het jachtverbod op dit laagvliegende vogeltje van de dichte bossen losliet. In het noorden van Engeland is de soort namelijk niet bedreigd en er zijn slechts weinig jagers die zich in deze zeer moeilijke jacht hebben gespecialiseerd en het vluggertje weten te schieten. De bécasse die uit Engeland afkomstig is, mag in de lage landen gewoon worden verhandeld. Wel moet je ervoor zorgen dat je altijd een herkomstcertificaat kunt tonen, want anders ben je de lul.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten