maandag 7 december 2009

Fantasie en reden


In mijn column van gisteren haalde ik het al aan: de meeste mensen hebben geen fantasie. Ze zijn blij als iemand hen helpt met een waardevolle invulling van hun leven. Restaurants kunnen daarbij een grote rol vervullen, veel groter dan ze tot nu toe doen. De restaurateur die daar goed op inspeelt, is winnaar.
Is het u al opgevallen dat er op doordeweekse avonden maar weinig publiek op restaurant gaat? Dat is úw schuld. Want waarom zou je op een willekeurige donderdagavond in de auto stappen? Daar moet altijd de een of andere reden voor zijn. Soms hebben mensen bijvoorbeeld een verliefde bui en willen ze samen onder gedempt licht aan weerszijden van een kaarsje zitten. Dan komen ze bij u. Of ze hebben iets te vieren, hoe klein ook. Of het is Valentijn, Kerstmis of Pasen. In elk geval is er altijd wel een reden waarom ze bij u zijn. Maar hoe vaak komt het voor dat ú de reden van hun komst bent? Niet vaak. Toch is het in wezen doodsimpel. De mensen vragen, ja smeken u om een reden te bedenken en zijn u daar zeer dankbaar voor. Als restaurateur wordt van u verwacht dat u een beroepsfanast bent die de mensen op ideeën brengt. Schik niet, uw fantasie hoeft daarvoor niet erg groot te zijn, het gaat om kleine en voor de hand liggende dingen. Zoals de opening van het aspergeseizoen. U kondigt aan dat het seizoen wordt geopend en dat een wijnboer uit de Elzas aanwezig zal zijn. Gegarandeerd hebt u dan volle bak en een mooie omzet. Tsja, de opening van het aspergeseizoen, evenueel gevolgd door de opening van het wildseizoen, dat doet elk restaurant al. Maar nooit zie ik een restaurateur het aardbeienseizoen, het aardperenseizoen, het witloofseizoen of het bloemkoolseizoen openen. Mits goed ingevuld, kan je hiermee sterk scoren. Elke gelegenheid, elke smoes voor een verwennerij wordt door het publiek aangegrepen. Het is voor u gewoon een kwestie van doén. Seizoensopeningen zijn er al à volonté te bedenken, wat ook goed scoort, zijn informatieve avonden. Daarbij kun je alles en van alles bedenken. Elke gastronoom wil graag kennis hebben van producten, het is aan u om die kennis over te dragen. Een avond waarbij àlles over truffels aan bod komt, een avond om eens dieper in te gaan op port, sherry, madeira, whisky, doperwten, het maakt niet uit. Nodig een Italiaanse wijnboer uit. Laat de teler van de komkommers aan het woord of de visser van de snoekbaars. Maar zorg ervoor dat er niet té veel informatie op tafel komt, want dan wordt het vervelend. Een product of ander onderwerp is slechts een rode draad, het gaat om wat er uit de keuken komt.
Door zelf wat actiever te zijn en met een beetje fantasie kunt u ervoor zorgen dat uw publiek redenen vindt om op restaurant te gaan. Vergeet de twee gouden stelregels niet:
1. het publiek heeft geen fantasie.
2. er moet een reden zijn om op restaurant te gaan.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten