donderdag 24 december 2009

Topproducten voor topprestatie?

Hervé This stuurde me een mail om over na te denken. Hij wil het vergelijk maken tussen diverse soorten kunst en stelt zich daarbij vragen. Zet bijvoorbeeld de schilderkunst en de culinaire kunst naast elkaar. Als die vergelijkbaar zijn, waarom praten culinaire kunstenaars dan altijd over topproducten en schilders niet? Met andere woorden: heeft een culinair kunstenaar topproducten nodig om tot kunst te komen?

Voor een kunstschilder, zo nemen we aan, zal de kwaliteit van het doek, van het penseel en van de verf heel belangrijk zijn? Als je daar vijf minuten over nadenkt, weet je dat het NIET zo is. Een getalenteerd kunstenaar heeft in principe aan een blaadje krantepapier en een stukje houtskool genoeg om tot een meesterwerk te komen. Dat bewees Picasso in zijn jonge jaren al. De kwaliteit van het penseel? Karel Appel gebruikte gewoon zijn vingers. De kwaliteit van de verf? We mogen ervan uitgaan dat oude meesters als Rembrandt of Vermeer het met een veel slechtere kwaliteit moesten doen dan wat tegenwoordig standaard voor amateurs in de winkel ligt. Conclusie: voor een kunstenaar speelt het geen enkele rol over welke materialen hij beschikt, zijn talent overstijgt de behoefte.
Is culinaire kunst zo volstrekt anders dan andere kunst? Of kan een culinair kunstenaar het ook zonder topproducten doen? Ik denk het antwoord te weten: koken is geen kunst, het is een ambacht. Er zijn ambachtslui die kunstig werk kunnen verrichten (kijk maar naar het houtsnijwerk in oude kathedralen), maar dat maakt ze nog geen kunstenaar. Het maakt ze meester. Een kunstenaar creëert, een ambachtsman borduurt voort op hetgeen zijn meester hem leerde. Ook voor de leerlingen van Rembrandt of Vermeer geldt dat. Ze konden heel mooi schilderen, maar dat maakt van hen nog geen kunstenaars. Wie van alle chefs ter wereld is te beschouwen als een ècht kunstenaar? Ik kan er bij nader inzien niet één opnoemen. Misschien denkt u aan mensen als Adriá, die is voor mij geen kunstenaar. Het enige wat hij deed, is zijn wintertijd goed besteden en op onderzoek uitgaan. Daarbij kwam hij technieken op het spoor die de industrie al vele jaren gebruikte. Dat noem ik geen kunst, dat noem ik inventiviteit.
Kunstenaar wil zeggen dat je onbegane paden bewandelt, dat je creëert zonder bagage. Een kunst is niet aan te leren, een ambacht wel. In beide gevallen kan talent je verder doen groeien, echter, talent is iets anders dan kunst. In Frankijk hebben ze een mooie term bedacht: artisan d'art (kunstambachtsman). Die term kom je vooral in toeristengebieden tegen. Vrouwtjes die kraaltjes rijgen, mannen met een baard die uit elke boomstonk een kabouterkop snijden, jeanetten die van het schoonste dorpstafereeltje oeverloze aquarelletjes maken, de dorpslasser die van drie hoefijzers en een fietswiel een lampekap maakt, goedbedoelde pottebaksters die daarmee hun lange winteravonden vullen, merkwaardige snoeshanen die zich in biedemeier-droogbloemetjes hebben gespecialiseerd... Nee, daar wil een chef zich niet mee associëren, denk ik toch. Liever een artisan dan een artisan d'art. Vergeet alle kunst en ga gewoon lekker koken.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten