donderdag 10 december 2009

Nadenken over de toekomst

Dat er in de nabije toekomst heel veel senioren zullen zijn dat staat vast. Tussen 1945 en 1955, een periode van tien jaar, werden er in de lage landen meer mensen geboren dan in de vijftig jaar daarna! Alle babyboomers, degenen die in de jaren na de oorlog geboren zijn, gaan binnenkort op pensioen of zijn dat nu al. Ik kan begrijpen dat politici zwetende handjes krijgen bij de gedachte dat het aantal pensioengerechtigden binnen tien jaar bijna gaat verdubbelen. Al die mensen moeten het pensioen krijgen dat hen is beloofd en waarvoor ze een leven lang hebben gewerkt. Het is echt niet zo dat er een grote berg geld klaarligt, er ligt helemaal niets klaar. De standaard oudedagsvoorziening is namelijk een omslagstelsel, waarbij de premies die deze maand van de werkende mensen ontvangen worden, direkt worden doorgesluisd naar de niet-werkenden. Het handjevol werkenden dat straks overblijft, zal elke maand het pensioen van enkele miljoenen genietenden à la minute moeten ophoesten. Dat dit zal misgaan, dat weten we eigenlijk nu al. Geen wonder dat men eraan denkt om de pensioengerechtigde leeftijd op te schroeven.

Dat deze ontwikkeling voor de restaurantsector een zegening kan zijn, daar schreef ik vorige week al over. Maar denk erom: elk voordeel heeft zijn nadeel. Wat gaat er voorspelbaar gebeuren wanneer bijna iedereen op pensioen gaat? Er zal nauwelijks keuken- of zaalpersoneel meer te vinden zijn. Het enige wat ons nog kan redden, zijn allochtonen die we vooral uit Oost-Europa moeten zoeken. Ze zijn in een andere cultuur grootgebracht, werden anders of niet opgeleid en spreken amper of niet onze taal. Ziet u het al gebeuren? Ik wel.

De jonge chef die nog twintig of dertig jaar voor de boeg heeft, wens ik veel sterkte. Hij zal op tijd zijn bakens moeten verzetten. Er zal straks gewoonweg veel te weinig personeel zijn om gastronomie te maken zoals we die gewend zijn. Wat de keuken aangaat, voorspel ik u een brigade die uit één of hooguit twee goedopgeleiden bestaat. De rest bestaat dan uit "handjes". Eigenlijk het systeem dat je nu al in Amerika ziet. Er zullen straks specialisten zijn op het gebied van peterselie snijden, verder zullen ze helemaal niets kunnen. Bovendien zullen het (in tegenstelling tot Amerika) dure peterselie specialisten zijn, want in een krappe arbeidsmarkt zijn de lonen hoog. De chef van de toekomst zal het keukenwerk anders moeten gaan inrichten. Zelfs is het verstandig om er nu al over te gaan nadenken wanneer je een nieuwe keuken plant. Bovendien is het verstandig om alvast een automatische peterseliesnijder aan te schaffen, dat scheelt straks minstens een mannetje.

Wanneer ik wat verder fantaseer, zie ik ook een geheel nieuw soort restaurant ontstaan. Een restaurant waarin de gasten koken en bedienen. Mits goed overdacht, kan dat een leuk concept zijn, in wezen het vervolg op de kookstudio.

In elk geval mogen we ons zelf de vraag stellen: Er zijn straks véél gepensioneerden. Maar wie gaat voor ze koken?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten